Literaire kroniek
Hoeveel frivoliteit kunnen we aan

De boog kan niet altijd gespannen zijn, er moet ruimte zijn om je even lichtzinnig van de wereld af te wenden, frivool te zijn. Peter Venmans gaat in zijn boek over frivoliteit nog een stap verder.


Fotografie Fjodor Buis

6 minuten leestijd

‘Frivoliteit’ bestaat natuurlijk als zelfstandig naamwoord, maar in de praktijk kan het niet lang achter elkaar zichzelf zijn. Binnen de kortste keren wil frivoliteit met ernst verbonden worden om te voorkomen dat ze aan wuftheid ten onder gaat. Ze is van zichzelf maar heel kort iets: frivool, luchtig, gewichtloos, doorzichtig. Wanneer frivoliteit een zelfstandige rol wil spelen, zoals met het schommelen van de vrouw op het schilderij van de achttiende-eeuwse Franse schilder Fragonard dat op het omslag van het boek van Peter Venmans over frivoliteit staat, dan kijk je graag even een andere kant op: zoveel zoete lichtzinnigheid, zoveel roze crêpepapieren lichtheid. Wat je daar ziet is ondraaglijk licht: het is alsof de vrouw voor altijd wil blijven schommelen, alleen onderbroken door een amoureuze escapade.

Cultuur
Gerelateerd