Ciao fratello,

Gisteren heb ik gegeten in Auvers-sur-Oise, iets boven Parijs. In dit dorp bracht Vincent van Gogh zijn laatste zeventig dagen door. Vruchtbare dagen, waarin hij meer dan één schilderij per dag maakte, vriendschap sloot met dokter Gachet en een thuis vond in Auberge Ravoux. Voor drieënhalve francs per dag sliep en at hij bij de familie Ravoux, en die herberg staat er nog steeds. Weliswaar berekend op een jaarlijkse vracht toeristen, maar toch zó gerestaureerd en ingericht dat het is alsof Van Gogh elk moment kan binnenlopen. Met een prachtige tegelvloer, houten tafels met wit linnen lopertjes en een originele zinc in de hoek, waaraan de kunstenaar zijn absintje dronk.

Wij aten er gerechten die destijds, honderdtwintig jaar geleden, tot de dagelijkse kost behoorden: stoofpotjes met vlees en groente, waterzooi, een gebakken tongetje. En tarte tatin of mousse au chocolat toe. Maar ik durf te betwijfelen of het destijds allemaal net zo lekker smaakte. Bij het...