‘Pardon, pardon. Mag ik binnenkomen?’ vraagt Mario Borghezio van de rechts-radicale Lega Nord in de deurpost van een coupé van de intercity Turijn-Milaan aan twee Nigeriaanse vrouwen. Het is 7 februari 1999, een paar maanden voor de Europese verkiezingen. De vrouwen schuiven opzij en met zijn ronde lichaam wringt hij zich door de krappe deuropening. Binnen is al een partijgenote aan het schoonmaken. Met doekjes en schoonmaakmiddel veegt ze ijverig de bruinleren bankjes schoon, terwijl de Afrikaanse dames toekijken. Borghezio inspecteert het deurraampje en spuit er Glassex op. Een van de zwarte vrouwen vraagt hem waarom hij dit doet. ‘U gedraagt zich niet als een man!’ zegt ze, terwijl ze hem de deur wijst. Borghezio: ‘Ik gedraag me als een beschaafd persoon en ik wil geen smerigheid in de treinen van het spoorbedrijf van de Italiaanse staat’, doelend op de prostitutie die plaatsvindt op dit intercity-traject.
Analyse
Europa maakt een ruk naar rechts, maar hoe erg wordt het?

De peilingen voor de Europese verkiezingen wijzen op winst voor rechts-conservatieven en -radicalen. Gevreesd wordt voor een ‘overname’ van het Europarlement en voor het einde van het Europese project. Maar is dat terecht?