Duiding en niet wat er ‘echt’ gebeurd is bepaalt het verleden dat je geheugen je verschaft. Dat stelt Douwe Draaisma in zijn boek over de betrouwbaarheid van herinneringen. ‘Gedane zaken kunnen een keer nemen.’

Daar zit hij dan, de bijzonder hoogleraar in de geschiedenis van de psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, de internationaal gevierde schrijver van boeken over de aard en de (on)hebbelijkheden van het menselijk geheugen, over metaforen, herinneringen, dromen en het vergeten, zomaar op een zonovergoten Gronings terras. Het is een chique uitspanning waar Douwe Draaisma (1953) onder het klingelklangelen van de klokken een eerlijk bruin broodje met vis soldaat maakt. Enigerlei gewichtigdoenerij is er niet bij, de professor oogt eerder als een oude rocker.

Voor wie zijn werk kent, is dat geen verrassing. Persoonlijk was het proza van Draaisma altijd al, doordat zijn oeuvre is ontvloeid aan de pen van een persoonlijk essayist. Deze schrijver laat zich bij zijn...