Achteraf had ik veel specifiekere vragen willen stellen, zoals: waarom zijn mensen eigenlijk zo bang voor verdriet? Voor dat van zichzelf en van anderen? Hoe komt het toch dat als er iemand dood gaat, de mensen die op bezoek komen de naam van de gestorvene liefst niet noemen, waarom proberen we elkaar toch altijd maar af te leiden van pijn, in plaats van erbovenop te duiken, er helemaal in te klimmen, er ieder vezeltje van te willen bekijken – waarom vragen we niet aan elkaar: hoe is het nou echt met je, denk je nog veel aan hem of haar? Begint de pijn te dalen? Vertel me eens: wat hadden zijn ogen voor kleur, en hoe noemde je haar, hoe hield hij je op koers, waarom hield je zo ogenblikkelijk van haar, en praat je nog met hem in gedachten? Wat doe je nu op de dagen waarop je eigenlijk samen zou zijn, hoe vul je die in?

Dan zou ik zeggen dat ik bijvoorbeeld op kerstavond nu in mijn eentje naar ons lievelingscafé was gegaan, dat ik daar rond etenstijd een paar zware donkere...