Je kunt dit verhaal ook beluisteren.

‘Weet je’, zegt Marieke (niet haar echte naam) halverwege ons gesprek. ‘Het voelt best goed om dit allemaal een keer uit te spreken. Geloof me, jij weet nu meer van mij dan al mijn vrienden en familie.’

Met haar rechterhand draait ze zenuwachtig aan de smartwatch om haar linkerpols. We spreken elkaar via Zoom, achter haar zie ik een typische Nederlandse studentenkamer: niet groter dan zes of zeven vierkante meter, aan de muur foto’s van reisjes en avondjes uit. Een rode handdoek aan de deur van de witte kledingkast. Naast die handdoek een zwarte legging en sport-bh.

Ook wel gek toch, zeg ik, dat Marieke alles wat we net besproken hebben nooit aan haar ouders of vriendinnen vertelt. ‘Ja, eigenlijk wel,’ zegt ze na even nadenken. Waarom vertelt ze het dan niet? ‘Omdat het dan echt wordt. Dan wordt het een probleem. Dan moet ik er iets aan doen. En dat wil ik niet.’

Het klinkt nu misschien alsof Marieke een duister geheim verborgen houdt voor haar omgeving. Een drugsverslaving, een dubbelleven, geheime bijverdiensten als prostituee – zoiets. Maar Mariekes geheim gaat over haar smartwatch. Via de webcam van haar laptop laat ze me de lichtgevende, kleurige ringen zien die haar leven nu ongeveer een jaar beheersen. De buitenste ring houdt bij hoeveel calorieën ze op een dag verbrandt – momenteel zit Marieke op 537 van haar streefgetal 600.

Smartwatch verslaving

Wie bepaalt dat streefgetal, vraag ik. ‘Ikzelf,’ antwoordt ze, en meteen daarna: ‘m’n telefoon.’ Er zit standaard een app bij zo’n smartwatch, legt ze uit, waarmee je je verbrandingsdoelen kan instellen. Hij begint op 500 calorieën per dag, en zodra je dat een paar keer gehaald hebt, stelt de app voor dat doel te verhogen: 520, 540, 560 – tot je dus op 600 komt te zitten, of nog hoger. Ga je je daar dan ook naar gedragen, vraag ik – ’s avonds nog even snel een rondje rennen als je die calorieën nog niet hebt gehaald? ‘Heel vaak,’ antwoordt Marieke. ‘Sowieso moet je van dit ding elk uur even gaan staan en rondlopen.’ Dat wordt dan weer bepaald door de binnenste ring: die houdt bij hoe veel je op een dag hebt gestaan en gezeten. De middelste ring meet of je je workout-doelen gehaald hebt. Bij Marieke is die ring al helemaal vol – vanochtend heeft ze, zoals elke ochtend, tien kilometer hardgelopen.

Marieke heeft haar smartwatch nu ongeveer een jaar. Toen na het uitbreken van de pandemie haar hbo-opleiding tot gymdocent de deuren sloot en het sporten daar niet meer mogelijk was, ging ze meer hardlopen. Ze werkte naast haar opleiding in de horeca en gaf atletiekles – ook dat viel natuurlijk weg. Uiteindelijk besloot ze zo’n watch aan te schaffen om het hardlopen interessanter te maken – dan had ze nog iets om zich mee bezig te houden tijdens de lockdown. Ze wist niet dat ze volledig geobsedeerd zou raken door die smartwatch. Dat ze de maanden die volgden op de aankoop in beslag zou worden genomen door de ringen op haar digitale horloge en constant bezig zou zijn die te ‘vullen’. Wandelen, joggen, skeeleren – alles om maar te verbranden, alles voor die bevredigende buzz van haar horloge als ze weer een x aantal calorieën had verbrand. Al snel moest Marieke van zichzelf elke dag tien kilometer hardlopen. Ondertussen at ze weinig en alleen maar heel gezond.
Ja, het had allemaal veel te maken met een zoektocht naar controle, zegt ze. ‘Dankzij die corona was alles chaos geworden. Door te focussen op gezond eten en veel bewegen kreeg ik weer grip op mijn leven. Zo voelde het.’

Haar lichaam leek ondertussen steeds meer op dat van de fitgirls op Instagram – ook dat hielp voor een gevoel van bevestiging, van ‘doelen bereiken’. Als ze nu terugdenkt aan die zomer, ziet ze dat het allemaal ‘wel een beetje uit de hand liep’ met de focus op sporten en gezondheid. Maar de smartwatch trilde elke avond tevreden, stelde Mariekes doelen omhoog bij en zorgde zo voor een gevoel van vooruitgang in een tijd waarin alles stil leek te staan.

Dit is het vierde deel van een vijfdelige reeks over digitale verslavingen. Klik hier voor de vorige delen.

Enorm veel moeten

Verhalen zoals die van Marieke hoort sportpsycholoog Yara van Gendt veel vaker. ‘Apps als Strava of stappentellers kunnen enorm motiveren, maar je kan er ook heel makkelijk in doorslaan.’ Veel mensen die zij spreekt sporten niet meer omdat ze het leuk vinden of lekker, maar voor het ‘cijfer’ dat ze ermee verdienen. Cliënten van Van Gendt hebben vaak het idee dat ze enorm veel moeten – vooral van zichzelf. ‘Ze hebben het gevoel dat het nooit genoeg is, gaan constant over hun eigen grenzen heen.’ Nog snel een blokje om voor de tienduizend stappen. Toch doorfietsen terwijl je benen eigenlijk moe zijn voor een beter Strava-rondje.

Het grootste probleem is eigenlijk ons collectieve idee van vooruitgang: dat heeft altijd te maken met meer en beter. Sneller lopen, harder fietsen, minder wegen en meer doen.

Eigenlijk hoef je geen sportpsycholoog te zijn om de toegenomen focus op meten en presteren te zien, en het blindstaren op persoonlijk resultaat in de vorm van digitale cijfertjes. Steeds meer mensen lijken gefascineerd door het meten van hun lichaam en wat het allemaal doet. Vaak ligt daaronder de zoektocht naar een vorm van bevestiging, legt Van Gendt uit. ‘Zo’n stappenteller bepaalt voor jou dat je een “goede” dag hebt gehad als je tienduizend stappen hebt gelopen. Je krijgt als het ware een diploma. We houden van het gevoel dat we een taak volbracht hebben.’

Wie verslaafd raakt aan zijn gezondheids-apps, raakt eigenlijk verslaafd aan zijn eigen competentie: aan het jezelf ‘vooruit zien gaan’ – letterlijk en figuurlijk. Het grootste probleem hierin is ons collectieve idee van vooruitgang: dat heeft altijd te maken met meer en beter. Sneller lopen, harder fietsen, minder wegen en meer doen. De ideale mens is de mens die op een dag meer stappen loopt dan dat hij calorieën binnenkrijgt; de mens die meer uren op de fiets zit dan op een stoel. De ideale mens is Victoria Beckham: de modeontwerpster die naar verluidt niet staand, maar lopend werkt. Onder haar stabureau heeft ze een loopband laten installeren.

Smartwatch verslaving

Externe bevestiging

De beloningssystemen van bijvoorbeeld een smartwatch of Strava zijn niet heel anders dan die van Instagram of Facebook. Je krijgt af en toe een melding over je eigen ‘status’. Je hebt alweer een uur niet rondgelopen, sta eens op! Of: je hebt vandaag meer gelopen dan gister, lekker bezig! Ondertussen kan je jezelf vaak vergelijken met anderen: hoeveel heeft je beste vriend vandaag hardgelopen, of je huisgenoot?

‘Daardoor wordt sporten vooral iets wat je voor anderen doet, in plaats van voor jezelf,’ zegt Van Gendt. Je doet het voor externe bevestiging, in plaats van interne bevrediging. Fietsen om likes te krijgen op Strava; nog even dat rondje lopen om op je Fitbit de 10.000 aan te tikken. Of de 12.000. Of de 14.000. Niet heel gek dat (sport)psychologen de laatste tijd vaak waarnemen dat mensen steeds minder kunnen ‘luisteren naar hun lichaam’ – ze zijn constant in gesprek met hun apps, raken doof voor de signalen van binnenuit.

Van Gendt vertelt dat zelfs de app ‘Ommetje’ – initiatief van onze nationale neuropsycholoog Erik Scherder en de Hersenstichting – verslavend kan werken. ‘Je krijgt daarbij bijvoorbeeld extra punten als je voor 09:00 ’s ochtends de deur uit gaat voor zo’n korte wandeling,’ zegt ze. Gevolg is dat gebruikers van die app ’s ochtends vroeg al behoorlijk gestrest zijn: ze zijn net wakker, zien dat hun vrienden die extra punten al hebben binnengehaald, en moeten vervolgens om 08:00 al naar buiten.

Een duivel in je zak

In haar TedTalk uit 2013 vertelt Zoë Chance, docent aan de Yale School of Management, hoe haar leven anderhalf jaar eerder langzaam maar zeker werd overgenomen door haar stappenteller. Chance had niet zomaar een stappenteller gekocht, ze had gekozen voor een enorm geavanceerde Fitbit, de Striiv. ‘Ze marketen dat ding als een personal trainer in je zak,’ zegt ze. ‘Maar het is eerder een duivel in je zak. Een duivel die je constant verleidt om te lopen, te lopen, te lopen.’

Het duurde niet lang voor Chance met een mooi wederopbouwsausje een belachelijk aantal stappen per dag zette: gemiddeld 24.000. Dat is zo’n vijftien kilometer. Ze greep elke mogelijkheid om te wandelen aan. Als ze op haar werk kwam, pakte ze meteen een uitgeprint artikel en begon daarmee rond te wandelen. Tijdens de lunch maakte ze wandelafspraken in plaats van te eten in de kantine. Als ze thuiskwam, bleef Chance lopen: terwijl ze at, terwijl ze een boek las. ‘Terwijl mijn man me probeerde te vertellen hoe zijn dag was, doorliep ik een circuit van de keuken naar de woonkamer naar de eetkamer naar de keuken naar de woonkamer.’ Alles om maar niet te hoeven zitten. Maar wie nooit zit, neemt ook nooit echt de rust om een ander in de ogen te kijken, om te verbinden.

Twee uur later had Chance 2.000 traptreden gelopen – en haar nekspier geblesseerd omdat haar hoofd zo snel op en neer deinde door haar verbeten heen en weer rennen.

Chance’s huwelijk werd slechter, ze had steeds minder aandacht voor haar dochter van drie. De enige die ze nog vaak zag was haar collega Ernest, hoofdzakelijk omdat hij ook een Striiv had. Hun voornaamste contact bestond uit het uitzetten van competities: wie had deze week het meest gelopen? En niet alleen met Ernest voerde Chance competitie – ook met zichzelf. De Striiv heeft een game-functie: My Land, die eruit bestaat dat naarmate je meer loopt, er meer ‘groeit’ op je ‘land’: digitale gewassen komen op, gebouwtjes worden gebouwd. ‘Dat is het,’ zegt Chance. ‘Maar toch is dat spelletje ontzettend verslavend.’ Niet heel gek: ‘My Land’ is eigenlijk synoniem voor ‘Me’. Met het groeien van online planten en het ontstaan van digitale gebouwen track je je eigen vooruitgang – althans wat daarvoor door moet gaan.

Want ondertussen was er allesbehalve sprake van vooruitgang in het leven van Chance. Haar absolute dieptepunt, vertelt ze, was toen ze ’s avonds haar tanden stond te poetsen en er plotseling een melding van de Striiv binnenkwam. ‘We verdriedubbelen je punten van vandaag als je nog twintig traptreden loopt,’ zei een pop-up. Dus ging Chance naar de kelder en weer omhoog – twintig traptreden gelopen, punten verdriedubbeld. Fantastisch, zei haar Striiv – wat dacht je van nog eens twintig traptreden? Dan verdriedubbelen we je punten opnieuw. Twee uur later had Chance 2.000 traptreden gelopen – en haar nekspier geblesseerd omdat haar hoofd zo snel op en neer deinde door haar verbeten heen en weer rennen.

Smartwatch verslaving

Copingmechanisme

In de tweede aflevering van deze serie beschreef ik aan de hand van het boek Hooked van Nir Eyal hoe gewoontevormende technologie werkt. Die technologie richt zich op negatieve gevoelens – stress, eenzaamheid, angst – en de vaak onbewuste reactie daarop. Doordat je een bepaalde handeling – gamen, Instagram bekijken of wandelen voor je stappenteller – gaat associëren met de ‘oplossing’ voor dat negatieve gevoel, kom je in een zeer verslavende spiraal terecht.

‘De drang om bevrijd te worden van onbehagen is de hoofdoorzaak van al ons gedrag,’ schrijft Eyal in Indistractable – de opvolger van Hooked. Doordat we constant op zoek gaan naar afleiding van onze negatieve gevoelens, lossen we die gevoelens niet op en blijven we in die spiraal van gewoontevorming hangen.

Voor zijn tweede boek zocht Eyal contact met Chance om meer te horen over haar Striiv-verslaving. In een mailwisseling vertrouwde ze hem toe dat haar leven tijdens haar stappentellerobsessie bijzonder stressvol was. Ze was op zoek naar haar eerste baan als docent. Haar huwelijk stond onder hoogspanning. Ze gebruikte de stappenteller als copingmechanisme. ‘Zo kon ik ontsnappen uit de werkelijkheid.’

Sombere periodes

Marieke laat haar app RunKeeper aan me zien. Op het scherm van haar telefoon zie ik een stuk of tien blauwe blokjes naast elkaar, allemaal even hoog. ‘Dat zijn alle keren dat ik gerend heb,’ legt ze uit. ‘Elke dag, dus?’ vraag ik. ‘Ja, elke dag tien kilometer.’ ‘Moet dat?’ Ze denkt even na. ‘Ja, eigenlijk wel. Raar hè, hoe beïnvloedbaar zoiets is. Maar ik heb gewoon altijd dat gevoel van: ik moet dat blauwe blokje vol maken. Ik vind het ook mooi als die blokjes allemaal even hoog zijn. Ik word rustig als ik daarnaar kijk.’

‘Je hoort wel eens,’ zeg ik, ‘dat we door al die meetapparaten steeds minder goed naar ons lichaam kunnen luisteren. Denk je dat dat bij jou het geval is?’ ‘Ik denk het wel,’ zegt Marieke. ‘Wat zou er gebeuren als je je smartwatch afdoet?’ vraag ik. Met enige stress in haar stem: ‘Dan telt mijn rondje niet!’ Ze lacht nerveus. ‘Het is pure onzin natuurlijk, maar toch. Het voelt als een stukje bevestiging, denk ik.’

Hardlopen hielp tegen de somberheid, merkte Marieke. ‘Dan maak je adrenaline aan, en endorfine, en dan voel je je gewoon minder slecht.’

Wat later in ons gesprek vraag ik Marieke of ze wel eens overwogen heeft om naar een psycholoog te gaan voor haar smartwatch-afhankelijkheid. Ze vertelt dat ze daar wel eens is geweest, ‘maar niet per se hiervoor’. Waarvoor dan, vraag ik. Ze zwijgt even. ‘Ik zie niet echt wat dat hiermee te maken heeft,’ zegt ze dan. In een poging tot toenadering zeg ik dat ‘alles meestal met alles te maken heeft’. ‘Diep, hoor,’ antwoordt Marieke. Toch begint ze te vertellen. Dat ze last heeft van sombere periodes. ‘Op de middelbare school vroeg zo’n psycholoog dan of ik nare dingen in m’n jeugd had meegemaakt, maar dat had ik niet.’ Dus liet ze het er maar weer bij zitten met de behandeling, tot ze weer in een heel sombere tijd terechtkwam. Hardlopen hielp, merkte ze. ‘Dan maak je adrenaline aan, en endorfine, en dan voel je je gewoon minder slecht.’

Ultieme manier van ontsnappen

Wanneer wordt sporten verslavend? ‘Als je het doet om ergens anders niet aan te hoeven denken,’ zegt sportpsycholoog Van Gendt. ‘Als je gaat sporten omdat je bepaalde emoties wilt onderdrukken, is het eigenlijk net zoiets als naar drank of drugs grijpen.’

Met de digitalisering van onze sportprestaties hebben we onze eigen vooruitgang omgevormd tot een extreem verslavende game. Wie zich niet goed voelt, kan makkelijk terugvallen op de geruststelling van persoonlijke high scores en volgende levels. Onder het mom van ‘gezondheid’ wordt sporten zo een ultieme manier van ontsnappen – een ordinaire verslaving in de vermomming van zelfverbetering en maakbaarheid.

Marieke rent wel eens met lange mouwen over haar horloge, en merkt dat ze dan veel lekkerder rent: ze gaat dan gewoon zo hard als ze wil. Toch kiest ze er steeds weer voor om haar mouwen op te stropen en te kijken wat haar smartwatch van haar verlangt. Marieke vindt zelf niet dat ze een probleem heeft. Ja, er wordt wel eens tegen haar gezegd dat ze ‘wel erg veel rent’. Vooral haar vader waarschuwt wel eens. ‘En ik denk stiekem dat hij wel eens gelijk zou kunnen hebben,’ zegt Marieke, ‘maar dat zou ik nooit toegeven.’ Waarom niet? ‘Een soort trots, denk ik. En ook omdat ik dan minder zou moeten gaan rennen, en dat wil ik niet.’

Het is voor nu gewoon makkelijker om in die door de smartwatch gedicteerde tredmolen te blijven zitten dan om daaruit te breken. ‘Ik zou gewoon niet weten wat ik dan allemaal zou moeten doen.’

‘Hee, trouwens,’ zegt ze, en ze houdt haar smartwatch weer voor het scherm. ‘Een melding.’ Het is tijd om op te staan, vindt haar horloge. Marieke heeft in tijden niet zo lang gezeten als deze middag. Ik krijg het gevoel dat met het trillen van haar smartwatch ons gesprek tot een natuurlijk einde is gekomen. Het zou toch ook best fijn zijn, opper ik nog, als ze een keer niet om zes uur ’s ochtends op zou hoeven staan om tien kilometer te gaan rennen? ‘Klopt,’ zegt ze droog. Maar waarom zou ze haar hoofd breken over dat soort opties? Zolang Marieke alleen aan mij vertelt over de rol die de smartwatch in haar leven speelt, is er toch niets aan de hand.

Dit verhaal is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten (www.fondsbjp.nl). Met dank aan Marijne Beijen.