reportage

Hoewel er een man of vijftien bij elkaar zit in het krappe zaaltje van het stadhuis van het Oekraïense Lviv, is het doodstil. Door het open raam hoor je het belletje van de tram. Er wordt diep nagedacht over de vraag die zojuist is gesteld. Mag die überhaupt wel gesteld worden? Wie durft antwoord te geven?

‘Als je het er niet mee eens bent dat je baas je collega ontslaat, ga je daar dan tegenin?’ De vraag is neergelegd door twee Nederlanders: Ruud Meij (60), die voorin achter een tafel zit, en Frans Geraedts (58), die peinzend in de hoek van de ruimte afwacht.
Na enkele minuten komen de eerste aarzelende antwoorden, soms zelfs voorzien van een voorbeeld uit de praktijk. ‘Als ik dat doe, raak ik ook mijn baan kwijt. Dan kan ik mijn gezin niet meer onderhouden,’ zegt een van de aanwezigen. ‘Dus wat doe je?’ is de wedervraag.
Het neoklassieke stadhuis in Lviv, de grootste stad van West-Oekraïne, is het centrum van een complex spel tussen burgers, ambtenaren...