Journalist Rudy Bouma volgde de familie van Rein Specken, een van de MH17-doden, tijdens hun rouwproces.

Als Reggy Specken begin juni de ‘burned site’ in Hrabove betreedt, zakt hij door zijn knieën. Met zijn handen raakt hij de aarde aan waar zijn zoon Rein en diens vriendin Desiree bijna een jaar eerder om het leven kwamen. Een verzoek van Reins moeder Marie-Jeanne, die is achtergebleven in Den Haag. In de omgeploegde grond liggen nog altijd klompjes gesmolten aluminium.

Hier, op een steenworp afstand van de bushalte en de huizen, stortte het grootste deel van de Boeing 777 van Malaysia Airlines neer nadat hij uit de lucht was geschoten. Toen vormden brandende motoren en een zwartgeblakerd onderstel het macabere decor. Nu de wrakstukken zijn geborgen, doet de plek vredig aan. Het gedonder van zware wapens heeft plaatsgemaakt voor stilte, af en toe onderbroken door het geloei van koeien.

Reggy gaat in kleermakerszit aan de rand van de rampplek zitten en laat de indrukken op zich inwerken. Hij neemt alle directe nabestaanden in gedachten en zegt iets over hun individuele verdriet tegen zijn overleden zoon en zijn vriendin, wier zielen hier over het veld waren. ‘Dit is toch min of meer zijn begraafplek. Het is een fijn gevoel om hier te zijn, mooi dat ik dit mag beleven.’

Dodenakker. Reggy Specken: ‘Het is een fijn gevoel om hier te zijn, mooi dat ik dit mag beleven.’ Foto: Maarten Kools
Lonely planet

Het is 17 juli 2014. Michel Specken (29) viert met haar vriend Casper
vakantie op een camping in Frankrijk. Dan horen ze dat ergens in Oost-Oekraïne een vliegtuig is neergestort. ‘Rein!’ roept Michel in paniek. Haar intuïtie zegt haar meteen dat haar 31-jarige broer in dat vliegtuig zat. Ze belt haar moeder. Die heeft Rein die ochtend naar het vliegveld gebracht, maar weet nog van niets. Na wat verwarring over het vluchtnummer blijkt al snel dat het foute boel is.
Twee weken eerder hebben ze nog met z’n vieren gegeten. Rein, zijn vriendin Desiree, Michel en Casper staan lachend op de foto. Ze drinken wijn en kijken naar het WK voetbal. Het is de laatste keer dat ze elkaar zien.
Michel en Casper rijden in allerijl duizend kilometer terug naar Nederland. Ondertussen blijven moeder Marie-Jeanne (64) en vader Reggy (65) in Den Haag. Thuis krijgen ze toch meer te horen dan op Schiphol. Ze kijken tv en zien de eerste beelden van de rampplek. Tussen de spullen op het veld ligt een Lonely Planet van Bali. Net zo eentje als Marie-Jeanne aan Rein had meegegeven.
De volgende ochtend belt een medewerker van Malaysia Airlines die officieel bevestigt dat Rein en Desiree in het vliegtuig zaten. Weer een dag later komen familieleden van beide zijden samen in het appartement van het jonge stel. Op tafel liggen brochures over nieuwbouwprojecten en hypotheken. Rein en Desiree waren net aan het denken over de aankoop van een nieuw huis.
Marie-Jeanne zet voor haar eigen huis een tafel met een wit kleedje neer, met op een vel papier de namen en geboortedata van haar zoon en schoondochter. Ze plaatst er een boeddhabeeldje bij, en rozen en hortensia’s uit het tuintje dat ze samen met haar zoon onderhield. Het wordt binnen korte tijd een bloemenzee. Maar al snel worden al die huilende mensen Marie-Jeanne te veel en haalt ze het tafeltje weer weg.

Koffers, tassen, boeken

Kort na de ramp doe ik voor Nieuwsuur verslag vanaf de plek waar het toestel met 298 inzittenden is neergestort. Ik zie er hoe de zwarte bodybags op open vrachtwagens worden geladen en naar een koeltrein in Torez werden gebracht. Dagenlang ruik ik de penetrante geur van stoffelijke resten. Ik zie de opengereten koffers, tassen, boeken, paspoorten en smartphones, verspreid over de velden. Wrakstukken van het vliegtuig hangen tussen de bomen. Ik interview zwaarbewapende rebellen en getraumatiseerde dorpelingen.

Cameraman Joris Hentenaar maakte de beelden, die voor hem een extra zware lading blijken te hebben. Hier, ergens in de velden, ligt ook Rein. Bijna vijfentwintig jaar geleden paste Joris in Den Haag op het toenmalige jochie. Rein en Joris speelden vaak ‘vliegtuigje’, waarbij het drukke jochie op de lange benen van Joris balanceerde. Sinds een paar jaar hadden ze weer contact.

‘Dag Rein,’ leest Joris op Facebook vlak voordat hij afreist naar het rampgebied. Joris heeft flink wat leed over de hele wereld vastgelegd, maar nooit kwam het zo dichtbij. Rein zat op rij 15. Joris besluit zonnebloemen, die hier tot aan de horizon groeien, voor de nabestaanden mee te nemen. Samen snijden we de dikke stelen af. Een geventileerde bloemendoos die Joris bij ons hotel in Donetsk heeft geregeld, trekt onderweg terug naar Nederland veel bekijks. ‘Flowers crashsite MH17’ staat er in dikke letters op. ‘Careful!

Ludieke acties

Ondertussen bereiden familierechercheurs in Nederland het gezin voor op de nabije toekomst: de onzekerheid, het lange wachten, de mogelijk staat van Reins lichaam. Het valt Marie-Jeanne zwaar. Maar, vindt ze, je kunt maar beter de harde waarheid horen dan dat ze je met fluwelen handschoentjes benaderen. Daar heb je niets aan.

Ze moeten een dossier opbouwen over Rein. Elk litteken, elk vlekje op zijn lijf moeten ze noteren. Er wordt wangslijm bij hen afgenomen voor DNA-identificatie.

Hun zoon Rein was een bijzonder figuur. Hij was zowel Hagenees als Hagenaar. Doordeweeks ging hij netjes gekleed naar kantoor als adviseur duurzaamheid, maar in het weekend zat hij met een clubshawl bij ADO Den Haag. Hij was actief lid van D66, fanatiek golfsurfer en speelde elk jaar voor Zwarte Piet. Samen met Ringo Mollinger en Ruiter Janssen vormde hij het kunstenaarscollectief LEEM. Met guerrilla-art veroverden Rein, Ringo en Ruiter de stad. Ze bedachten ludieke acties om mensen te amuseren, pasten verkeersborden aan of bouwden een oude telefooncel om tot douche. Slechts gekleed in zwembroek en met een roze borstel in de hand verbaasde Rein voorbijgangers. Hun bekendste object was een oranje lemen poppetje op een dukdalf aan de Haagse Bierkade. Het ‘Leemmannetje’ raakte geliefd bij buurtbewoners. Nadat Reins geesteskind in 2011 door weer en wind was vergaan, wilde de buurt een nieuw poppetje. Het vervangende Leemmannetje, nu met subsidie van polyester gemaakt, kan nog jaren mee.

Leemmannetje. Bloemenzee bij het lemen kunstwerk dat Rein Specken maakte, op een dukdalf aan de Haagse bierkade. Foto: Maarten Kools

Overal liggen brochures over nieuwbouwprojecten en hypotheken. Rein en Desiree waren net aan het denken over de aankoop van een nieuw huis.

Haagse Harry

Het is 21 juli als familie en vrienden naar het Leemmannetje varen voor een eerbetoon aan Rein. Er wordt vuurwerk afgestoken, het glas wordt geheven en er worden bloemen gelegd. Het Leemmannetje krijgt een zwarte rouwband om. Striptekenaar Marnix Reub tekent – kort voordat hij zelf overlijdt – zijn ‘Haagse Harry’ die het Leemmannetje troost. Ringo schildert het tafereel op een spandoek. Het wordt ontrold door supporters van ADO Den Haag tijdens de zeventiende minuut van de thuiswedstrijd tegen Feyenoord. ‘You never walk alone’ is te lezen als de voetbalfans een minuut lang applaudisseren.

Diezelfde dag houdt minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans een emotionele speech in de VN Veiligheidsraad, waarin hij zich hardop afvraagt of de passagiers van de MH17 ‘elkaar vlak voor de crash in de ogen zouden hebben gekeken’.
Kort erna verspreekt Timmermans zich ook nog aan tafel bij Jeroen Pauw en vertelt hij dat een van de slachtoffers is gevonden met een kapje voor zijn mond. De familie van Rein is ontdaan. Ze hadden zich juist vastgehouden aan de gedachte dat hij de crash niet bewust had meegemaakt. Het vertrouwen in de minister, ‘die alleen maar zijn
eigen hachje probeerde te redden’, is in één klap weg.

In augustus stuurt Reggy een open brief aan premier Rutte, waarin hij de Nederlandse regering en alle betrokkenen bij de identificatie, maar ook de Oost-Oekraïense bergingswerkers, bedankt. Als hij later te horen krijgt dat er dan nog geen contact is geweest met die bergingswerkers, is hij met stomheid geslagen. ‘Onbegrijpelijk.’

Blije selfies

Begin september zit het gezin er helemaal doorheen. Nog altijd is er geen spoor van Reins lichaam aangetroffen. Misschien gebeurt dat wel nooit, denken ze. Die gedachte verscheurt hen. Maar op 16 september komt eindelijk het telefoontje: Rein is geïdentificeerd, er zijn een paar resten van zijn lichaam gevonden.

Tien dagen later zit de enorme Kloosterkerk aan het Haagse Lange Voorhout bomvol. ‘Formidable’ van Stromae echoot door de oude ruimte als ik met Joris op de achterste bank schuif. Op grote tv-schermen worden foto’s van Rein getoond. Op het strand, zongebruind in blote bast. Met zijn geliefde surfplank onder zijn arm richting branding. De surfplank staat nu op het podium. Vader Reggy draagt met Reins vrienden de kist binnen. ‘Slechts een kist met een paar stukjes van je zoon wegbrengen maakt het gemis extra moeilijk,’ zal hij later tegen me zeggen. Michel: ‘Hadden we maar iets gekregen waaraan ik hem kon herkennen, een vinger was genoeg geweest.’

Reins stoffelijke resten in de kist zijn bedekt met een wit laken. De witte sticker met een code van de forensische experts uit Hilversum zit nog op de achterkant van de kist geplakt . Gitaarklanken van Mark Knopfler van Dire Straits: ‘Brothers in Arms’. Meer foto’s van Rein, nu met Desiree. Blije selfies op exotische plekken.
Rein ontmoette Desiree tijdens zijn studie in een bus in Utrecht. Hij was meteen stapelverliefd. Tegen zijn familie sprak hij van het mysterieuze ‘busmeisje’, dat hij opnieuw tegen hoopte te komen. Dat gebeurde, en sindsdien waren de stoere Rein en het ‘meisje-meisje’ Desiree onafscheidelijk.

Desiree wordt vier dagen na Rein geïdentificeerd en kort na zijn crematie begraven. Na de herdenkingsdienst voor Rein vormen de honderden aanwezigen een erehaag die zich uitstrekt tot over de helft van het Lange Voorhout. Terwijl de eerste herfstwind door de lindebomen waait, wordt de kist de kerk uitgedragen.
Als later die dag in cultureel centrum PIP het glas wordt geheven op Rein, overhandigt cameraman Joris Hentenaar een kunstwerk aan de familie. Het is gemaakt met de zonnebloemen die we meebrachten uit Oost-Oekraïne. Het blijken de favoriete bloemen van Reins moeder. Floraal kunstenaar Bas Meeuws heeft op verzoek van Joris alle bloemen wekenlang minutieus gefotografeerd en er in de computer een statig boeket van geschikt. Sommige bloemen zijn verwelkt en drukken verdriet uit, andere bloeien en staan voor waardigheid. Twee roze rozen uit Donetsk symboliseren Rein en Desiree. De vaas waar het boeket in staat, is gebakken met aarde van de rampplek. Het staat op een bekraste plaat aluminium, het materiaal van de Boeing.

‘Slechts een kist met een paar stukjes van je zoon wegbrengen maakt het gemis extra moeilijk.’

Boardingpass

De Nationale Herdenking in de Amsterdamse RAI, 10 november 2014. Reggy, Marie-Jeanne, Michel en Caspar lopen naar een muur waarop de namen van alle 298 slachtoffers staan. Stiekem hoopt Michel nog even dat Reins naam ontbreekt, maar ze vindt hem links achterin. Reggy loopt al snel weer de zaal uit om alleen te zijn. Als hij medewerkers van Malaysia Airlines ziet staan, duidelijk ongemakkelijk, stapt hij op hen af om ze te bedanken voor hun inspanningen.
Twee dagen na de Nationale Herdenking blijken er weer stoffelijke resten van Rein te zijn gevonden. Het zijn verbrande stukjes van slechts enkele centimeters. Van sommige is niet meer duidelijk van wat voor lichaamsdelen ze zijn. Reggy noteert alle meldingen met post-mortem-nummer nauwkeurig in de computer.

Het gezin heeft al vroeg besloten dat ze de resten in de Korporaal van Oudheusdenkazerne in Hilversum laten liggen tot juli 2015. ‘Als we steeds opnieuw lichaamsdelen moeten cremeren, worden we gek.’ Opmerkelijk genoeg wordt Reins boardingpass voor de overstap Kuala Lumpur-Bali wel ongeschonden gevonden. ‘Geen vuiltje erop, ongelooflijk.’
De winter is een lange donkere periode voor Reins zus Michel. Ze heeft wekelijks nachtmerries over de ramp. ‘Soms is Rein in een droom weer bij me, dan kan hij me beschermen.’
Michel, in het dagelijks leven arts, verruilt de spreekuren met haar patiënten voor wetenschappelijk onderzoek, zodat ze even niet in de hulpverlenersrol hoeft te zitten. Ze vindt veel steun bij haar vriend Caspar en een groepje trouwe vrienden, maar ook bij broer van Desiree, die als geen ander weet wat ze doormaakt. Het contact met vrienden en kennissen verloopt niet altijd makkelijk. ‘Als het onderwerp volledig genegeerd wordt, voel ik me erg verloren.’

Voor Marie-Jeanne zijn bestaande vriendschappen veranderd. Een goede vriend stuurde slechts een summier berichtje, en een andere kwam juist dichterbij.
Het gezin krijgt van alle kanten geestelijke hulp aangeboden. ‘We hebben een familierechercheur en een casemanager van Slachtofferhulp,’ zegt Marie-Jeanne. ‘Ook Malaysia Airlines en onze werkgevers hebben nazorg aangeboden.’

Uitglijder

Reins moeder gaat in januari als eerste van het gezin naar de aankomst van stoffelijke resten op vliegveld Eindhoven. De kisten met – vaak verbrande – lichaamsdelen van de MH17-slachtoffers komen nog geregeld aan. Er zitten zo nu en dan weer stukjes van Rein bij. ‘Mooi dat alles met hetzelfde eerbetoon als eerder gaat. Met minder had ik ook genoegen genomen.’
In februari gaan Michel en Caspar ook naar vliegveld Eindhoven. Het is een natte, troosteloze dag, maar ze voelen opluchting als het vliegtuig aankomt: ‘Rein komt thuis,’ voelt Michel. Reggy bezoekt op zijn beurt begin maart de luchtmachtbasis Gilze-Rijen, waar nabestaanden de gelegenheid krijgen de wrakstukken te bekijken. Reggy stelt zich voor waar Rein heeft gezeten, vlakbij de vleugel. ‘Ik kon er nuchter onder blijven,’ vertelt hij later. ‘Ik ga weer kijken als de reconstructie klaar is.’

De crash van het toestel van Germanwings in de Franse Alpen in maart is confronterend voor de familie van Rein. Voor Michel maakt ook de voortdurende stroom nieuws rond de MH17 het lastig zich te herpakken. Eind april komt forensisch expert George Maat in opspraak als hij tijdens een lezing aan de Universiteit Maastricht foto’s van MH17-slachtoffers aan studenten toont. Reggy maakt zich er niet zo druk om: ‘Iedereen maakt weleens een uitglijder.’ Maar Michel denkt er als voormalig student geneeskunde anders over. ‘Dit doe je in een werkgroep, niet in een openbare collegezaal.’ Volgens Michel waren de foto’s te vers om te tonen. ‘Voor mij was het heel belangrijk Rein nog te zien, maar dat was niet mogelijk. Vervolgens zit een openbare collegezaal wel stoffelijke resten te bekijken die mogelijk van mijn broer waren.’

Op 2 mei gaat het gezin voor het eerst gezamenlijk naar Eindhoven, waar voorlopig de laatste stoffelijke resten aankomen. De voorjaarszon schijnt uitbundig. Een zwart scherm scheidt 327 nabestaanden af van de pers. Er heerst een doodse stilte als tegen vier uur het vliegtuig landt. Zeven kisten worden naar evenzoveel uitvaartwagens gedragen. Reggy weet zeker dat er weer delen van zijn zoon in de kisten liggen. Na de ceremonie gooien nabestaanden bloemen op de voorbij rijdende auto’s. De hoogwaardigheidsbekleders mengen zich onder de nabestaanden. Marie-Jeanne spreekt met minister Ploumen, Reggy met minister Van der Steur. De bewindspersonen tonen zich ‘oprecht’ betrokken, vinden ze.

Marie-Jeanne is sinds de dood van Rein gestopt met haar werk als ambtenaar. Ze zoekt haar rust in het onderhouden van drie tuinen. Michel krabbelt langzaam weer op en hervat in het voorjaar haar werk als arts. Reggy vaart als gids op een rondvaartboot nog wekelijks langs Reins ‘Leemmannetje’ aan de Bierkade. ‘Ik vertel de toeristen steeds over het ontstaan van de blikvanger, maar nooit zeg ik erbij dat het poppetje door mijn omgekomen zoon is gemaakt. Daar moet je die mensen niet mee belasten.’ Reggy houdt zich nauwelijks bezig met de schuldvraag van de vliegramp: ‘Toch fantaseer ik weleens dat ik Poetin neerschiet en een kaart achterlaat met het Leemmannetje. “Groeten uit de Stationsbuurt”, zou ik er dan bijzetten.’
Reggy neemt me mee naar het dakterras van het ‘Strijkijzer’, de torenflat waar Rein ooit woonde. ‘Rein was gek op hoogbouw. Ik vind het pijnlijk dat hij de voltooiing van zoveel nieuwe gebouwen in Den Haag niet meer kan zien. Op dit gebouw komt alles samen. Je ziet ook De Kroon: de woontoren waar Rein tot zijn dood woonde, het Leemmannetje, en de zee, zijn geliefde zee. Daar gaan we op 17 juli de gecremeerde laatste resten van Rein uitstrooien.’

Monument. Specken met Oleg Mirosjtsjinenko, burgemeester van het dorp waar de cockpit neerkwam, bij een geïmproviseerd gedenkteken. Foto: Maarten Kools

‘Ik fantaseer weleens dat ik Poetin neerschiet en een kaart achterlaat: “Groeten uit de Stationsbuurt”.’

Monument

Begin juni reizen Reggy, cameraman Joris Hentenaar en ik terug naar het rampgebied in Hrabovo. Een barre tocht langs talloze checkpoints waar een reeks toegangspasjes voor nodig is. Even lijkt de reis vroegtijdig te eindigen als door oplaaiende gevechten bij het stadje Mariinka de toegang tot de ‘Volksrepubliek Donetsk’ wordt afgesloten door het Oekraïense leger. We kunnen net nog via het noorden de ‘grens’ over. Een half uurtje later worden ook daar reizigers tegen gehouden.
Bijna een jaar eerder heeft Oleg Mirosjtsjinenko, de burgemeester van het dorpje waar de cockpit van de Boeing neerkwam, voor onze camera de nabestaanden opgeroepen Rozsypne te bezoeken. ‘Nederlanders, wij voelen met u mee en steunen u. Kom naar ons toe, wij verlenen u onderdak en tonen u de rampplek,’ zei hij toen. Nu kan hij zijn belofte waarmaken.

Nog geen twee minuten nadat Reggy op het dorpsplein kennismaakt met Oleg vallen de twee mannen elkaar in de armen. ‘Ik heb met mijn eigen ogen 39 lichamen gezien,’ zegt de geëmotioneerde Oleg. ‘Zelfs een baby’tje dat onder een boom lag. Ik kan het niet vergeten. Het zal mijn hele leven door mijn hoofd spoken.’
De burgemeester leidt Reggy naar de plek waar de cockpit lag, toen omringd door bloeiende zonnebloemen. Het veld is nu kaal. Op de grond liggen alleen nog wat printplaatjes, medicijnverpakkingen en ouderwetse langspeelplaten. De dorpelingen hebben een geïmproviseerd monument opgetrokken, waar knuffels bij zijn gelegd. Reggy’s stem breekt als hij Oleg hiervoor bedankt. ‘Die arme mensen hebben dat toch maar gedaan. Zij zijn de andere kant van de zwarte medaille.’

Groen-gele punaises

Op de burned site in Hrabove ontmoet Reggy een rampenbestrijder die hielp bij het bergen van de lichamen. De man was verantwoordelijk voor het markeren van de vindplaatsen op de kaart. ‘Veel mijnwerkers hebben ons geholpen. Een keten van vijftienhonderd mensen heeft het gebied doorzocht.’ Reggy bedankt ook hem met een handdruk. ‘We moeten niet vergeten wat hier is gebeurd, maar nu moet de plek weer worden zoals die ooit was.’
De Russisch-orthodoxe priester van het dorp wil niet bidden voor de eerste directe nabestaande uit Nederland die Hrabovo bezoekt. De ongelovige Reggy heeft weliswaar gezegd dat hij katholiek is, maar de priester is Russisch-orthodox. Dat gaat blijkbaar niet samen.

Reggy loopt naar het kruis bij de toegang tot het dorp dat dienst doet als herdenkingsteken. Hij prikt er twee geplastificeerde foto’s op van Rein en Desiree. De onderweg gekochte punaises zijn toevallig groengeel, de kleuren van Reins geliefde ADO Den Haag. Ook legt hij er tien rozen neer. Negen rode namens de naaste familieleden van Rein en Desiree. En een roze, namens alle nabestaanden van slachtoffers van vlucht MH17. Het kruis waarop de foto’s prijken had het dorp moeten beschermen tegen het kwade. ‘C∏acu u coxpaHu’ staat erop: ‘Red en behoed.’