Het is onredelijk en kortzichtig om de literatuurwetenschap af te rekenen op een paar al te politiek-correcte proefschriftjes. En het moeilijke taalgebruik dan? Daarover woedt een verstikkende doe-maar-gewoon-dan-doe-je-al-gek-genoeg-discussie.

In tijden van terroristische aanslagen en de dreiging van een atoomoorlog is het goed om eens stil te staan bij de waarde van literatuurwetenschap. Dat gebeurde afgelopen week uitvoerig op de opiniepagina’s van de Volkskrant. Te beginnen op maandag de 14e met een stuk van filosoof Sebastien Valkenberg onder de titel ’Speuren naar macht en onderdrukking in de tekst’. Hij neemt daarin als uitgangspunt de Huizinga-lezing uit 1979, waarin Karel van het Reve op nuchtere en vrij hilarische wijze korte metten maakte met het vakgebied der literatuurwetenschap. Een wetenschap die eigenlijk geen wetenschap wás, vond Van het Reve, en die bovendien een onuitstaanbaar troebel jargon hanteerde, dat een gebrek aan inhoud en originele ideeën...