1956: Dekolonisatie
Sinds de late negentiende eeuw is Soedan Brits en Egyptisch. In de praktijk hebben in die periode vooral de Britten het voor het zeggen. Tot 1956. Formeel is Soedan vanaf dat moment één en onafhankelijk, maar niet tot tevredenheid van het Zuiden. Dat grotendeels christelijk-animistische gebied wil loskomen van het overwegend islamitische noorden. Totaal verschillende ethische waarden, talen, cultuur en levenswijzen maken Soedan onverenigbaar. De regering is noordelijk, en ondanks toezeggingen komt er geen federaal bestuur. Nog voor de onafhankelijkheid volledig rond is, nemen de zuiderlingen de wapens op, georganiseerd in de Sudan People’s Liberation Army (SPLA). Het is het begin van een langdurige burgeroorlog en een reeks staatsgrepen. Als in het Zuiden de verzetsorganisaties zich verenigen en het Noorden juist instabieler wordt, geeft de regering zich in 1972 gewonnen. In het Akkoord van Addis Abeba wordt vastgelegd dat het Zuiden in zekere mate autonoom wordt.