Filosofiespecial

De grootste nu levende filosoof? Moeilijke vraag. Twintig tot dertig jaar geleden had je nog een embarras du choix. Maar de belangrijkste kandidaten van toen zijn inmiddels gestorven: Strawson, Quine, Davidson, Rorty, Gadamer, Foucault, Derrida, Barthes, Rawls. Allemaal dood. Sommige leven nog wel, zoals Putnam, Dummett, Kripke, Searle, Williams, Nagel, Taylor of Habermas, maar dat zijn toch de mindere goden. Dan is er de jongere generatie van filosofen als McDowell, Wright, Brandom of Peacocke. Briljante en scherpzinnige denkers, oké, maar toch eerder probleemoplossers dan de ontdekkers van nieuwe en spannende vergezichten. En allemaal ook al zo jong niet meer. Het is alsof de taalfilosofie zijn vroegere frisheid en durf verloor en opdroogde tot dorre scholastiek.

Meer in het algemeen: het is alsof het potentieel aan fascinerende denkers de laatste tijd opraakte. Algemeen erkende genieën zijn er niet meer. En al helemaal niet onder degenen die nu tussen de...