Deze winter ben ik statiegeld gaan verzamelen. Dat klinkt armoedig, ik weet het. Het is ook armoedig. Toch deed ik het, en behoorlijk fanatiek. Ik wilde zelf voelen hoe het was om raper te zijn, een van de laagste manieren om aan wat extra geld te komen. Bonnetjes waar dertig cent op staat inleveren.

Er zit een flink aantal stappen tussen het eerste lege blikje – het was zo’n smal appelsapblikje dat in mijn jaszak paste – dat ik van straat raapte op het Hoofddorpplein en mee naar huis nam waar ik het in de schuur in de gele bak met statiegeldflesjes en -blikjes gooide, en het als een visser op pad gaan, gewapend met een tas en een stokje om op een gunstig rustig uur met een enorme tas statiegeldmateriaal naar de supermarkt te gaan en korting te krijgen op mijn boodschappen – een aanzienlijke korting.

De belangrijkste stap: remmen, stoppen en bukken. Dat doen, gewoon ergens fietsen, een flesje of een blikje waar statiegeld op zit zien liggen, remmen, stoppen en bukken....