Driegesprek / Arthur Japin, Lex Jansen en Benjamin Moser

Het is 1979. Lex Jansen woont in Utrecht als een vriendin tegen hem zegt: ‘Er zit nu een jongen bij mij op school! Dat is écht iets voor jou.’ Op een afgesproken tijdstip komt Lex naar Amsterdam. De jongen komt niet opdagen.

Arthur Japin: ‘Ik had een champágnevergiftiging opgelopen.’

Lex Jansen: ‘Hij was naar een modeshow van Fong Leng geweest, samen met Rosita (Steen­beek, red).’

Japin: ‘Gratis champagne. Dus ik lag bij Rosita in bed, helemaal doodziek.’

Afijn, Jansen gaat nog een keer terug, een week later. En ja hoor: vanaf dag een is het aan. Spoedig gaan de twee samenwonen in de Dorstige Hart­steeg te Utrecht, in een huisje dat hoort bij de Doopsgezinde kerk.

Nu wonen ze in een huis vol boeken, prenten en schilderijen, beelden, hun eigen foto genomen door Erwin Olaf, vleugels, computers en een geheimzinnige scheepskist vol foto’s, antieke tafels met parafernalia en kleinodiën. In hun huis gaan...