Vanaf de Wageningse Berg kan je het huis van Jeroen Dijsselbloem al zien liggen, ver weg in de uiterwaarden. Een slingerend weggetje door de weilanden leidt naar de terp waar ooit een steenfabriek stond. Alleen de bedrijfswoning is er nog, eenzaam in het lage land. De deur zwaait open en daar staat de oud-minister en vertrekkend voorzitter van de Eurogroep, gehuld in spijkerbroek en schipperstrui, op afgetrapte roze crocs. Zijn partner Gerda is er ook. In de hal laten ze luchtfoto’s zien van het huis, omgeven door een eindeloze watervlakte. ‘Toen we hier net woonden, kwam het water in de Neder-Rijn zo hoog dat we twee weken lang alleen nog met een bootje naar de wal konden,’ zegt Dijsselbloem. ‘Geweldig!’

Tot zijn afscheid als minister van Financiën, eind oktober van dit jaar, werd Jeroen Dijsselbloem elke ochtend met de dienstwagen opgehaald. Na het voeren van de kippen en de varkentjes stapte hij met bemodderde schoenen in, op weg naar Den Haag of Brussel. ‘Ik word...