Nicolaas, die net voor vele miljoenen euro’s zijn softwarebedrijf heeft verkocht, presenteert zichzelf als bovengemiddeld intelligent, maar is niet achterdochtig als zijn nieuwe, bloedmooie psychotherapeute al na een paar sessies ingaat op zijn voorstel om privé af te spreken en met elkaar de jacuzzi en nog meer intiems te delen. Op haar advies duikt hij in zijn familiegeschiedenis die verbonden is aan kasteel Den Alerdinck. Die geschiedenis blijkt zeker boeiend en het vertellen waard, maar om tot de ontknoping van het mysterie te komen, zit je lang met de nerderige ik-verteller Nicolaas opgescheept die suffe research doet en een ongeloofwaardige romance beleeft. Vooral zijn stilistische afwijking om trivialiteiten te noteren, vragen van de lezer veel doorzettingsvermogen. Gortdroge details zoals: ‘Tussen de bomen stonden twee auto’s geparkeerd’ en ‘Terwijl ik tankte bij het benzinestation net voor de A1’ kunnen onverbiddelijk worden geschrapt tot alleen de tweede helft van het boek overblijft. (LS)