‘Geen stuiver extra naar Zuid-Europa’ stond twee jaar geleden op de cover van EW Magazine, begeleid door een karikaturale illustratie. We zien donkerharige Zuid-Europeanen van recreatieve activiteiten genieten, terwijl hun blondharige continentgenoten in het Noorden doorploeteren. Met dit coververhaal verzette het weekblad zich tegen de Nederlandse bijdrage aan het Europese coronaherstelfonds. Zo zwaar waren Zuid-Europese landen helemaal niet getroffen door de lockdowns, stelde het weekblad. Bovendien zouden ze zelf best in staat zijn om geld bij elkaar te brengen als ze net als Noord-Europese landen hervormingen zouden doorvoeren.

Lees hier de uiteenzetting van politicoloog Ferdi De Ville over hoe de EU socialer kan worden in drie stappen.

De ‘vrekkige vier’

Hoewel ook in Nederland ontstemd werd gereageerd op de karikaturale weergave van Zuid-Europa, komt de positie van de Nederlandse overheid ten aanzien van de Europese Unie aardig overeen met de toon die EW Magazine aansloeg. De afgelopen jaren zijn Nederlandse beleidsmakers erin geslaagd om de noodzaak van Europese solidariteit op cruciale momenten op het spel te zetten. Zo wist onze minister-president Mark Rutte, als leider van de zogeheten ‘vrekkige vier’, de onderhandelingen over het coronaherstelfonds tot maar liefst negentig uur te rekken, totdat hij zijn zin kreeg.

Tot vreugde van Nederland werd het herstelfonds kleiner dan het oorspronkelijke voorstel van Duitsland en Frankrijk en kregen lidstaten de mogelijkheid om betalingen uit het fonds te bevriezen als de aanvrager niet zou voldoen aan hervormingsafspraken. Daarnaast kreeg Nederland een korting op de afdracht aan de Europese meerjarenbegroting.

De Nederlandse opstelling tegenover Europese solidariteit werd al eerder pijnlijk geïllustreerd toen in 2017 ophef ontstond na een uitspraak van Jeroen Dijsselbloem, de toenmalige Nederlandse minister van Financiën. ‘Ik kan niet al mijn geld aan drank en vrouwen uitgeven om vervolgens u om bijstand te vragen,’ liet Dijsselbloem optekenen in de Frankfurter Allgemeine Zeitung. Daarmee wilde hij onderstrepen dat landen die aanspraak wilden maken op Europese financiële steunpakketten van de EU wel hun economische huishoudboekje op orde moeten hebben. ‘Mijn opmerking is streng,’ erkende Dijssebloem nadat Zuid-Europese leiders woedend op zijn uitspraak hadden gereageerd, ‘het komt voort uit een strenge calvinistische cultuur, met enige Nederlandse directheid.’

Nederlandse politici durven geen grote stappen te zetten om ervoor te zorgen dat de sterkste schouders binnen de Unie de zwaarste lasten dragen.

EW Magazine’s karikaturale weergaven van Zuid-Europa en de keiharde opstelling van Rutte en Dijsselbloem laten de inconsistente houding van Nederland ten aanzien van Europese solidariteit zien. Enerzijds behoort Nederland tot de oprichters en voortrekkers van het Europese project, die vanuit pragmatische overwegingen lang bereid waren verdere economische integratie te steunen, anderzijds durven Nederlandse politici geen grote stappen te zetten om ervoor te zorgen dat de sterkste schouders binnen de Unie de zwaarste lasten dragen. Terwijl Nederland als competitieve exporteconomie relatief meer baat heeft gehad bij Europese economische integratie dan zuidelijke lidstaten.

Lees ookHoe Nederlanders in Brussel klimaatidealen omzetten in klimaatwetten3 februari 2022
Grensoverschrijdende vraagstukken

De inconsistente positie van Nederland zal ernstig op de proef worden gesteld tijdens toekomstige debatten over bijvoorbeeld migratie en klimaat, problematiek met een expliciet sociale dimensie. Bij migratie draait het om de vraag of Nederland en andere Europese landen bereid zijn om de lasten van immigratie binnen de Unie te verdelen zodat staten waar immigratiestromen binnenkomen niet in hun eentje het probleem te lijf hoeven te gaan. Tijdens voorgaande migratiecrises gedroeg Nederland – net als andere Noord-Europese landen (met Duitsland als uitzondering tijdens de vluchtelingencrisis van 2015) – zich alsof er geen gezamenlijke Europese buitengrens bestond, en alsof het vrij verkeer van goederen en personen niet gold voor migranten. Zal dat in de toekomst anders zijn?

Bij klimaat gaat het om de vraag of er genoeg draagvlak gecreëerd kan worden voor een fundamentele koerswijziging in onze economie en samenleving. Dat zal enorm veel vragen van Europese burgers en lidstaten. Zijn Nederland en andere landen bereid om geld in te leggen om zwakkere economieën in Europa te steunen in hun energietransitie?

Gevormd door crises

Europese solidariteit zal noodzakelijk zijn om de grote uitdagingen waarmee Europa wordt geconfronteerd het hoofd te bieden. Tegelijkertijd bieden geopolitieke uitdagingen als gevolg van de Russische invasie in Oekraïne een kans om Europese solidariteit vorm te geven. Volgens historicus Luuk van Middelaar wordt de Europese Unie gevormd door de crises die de unie moet trotseren. Te midden van crises worden Europese leiders herinnerd aan het feit dat hun landen lotsverbondenheid kennen, en dat ze gezamenlijk moeten optreden om grensoverschrijdende vraagstukken op te lossen.

Zo slaagden Europese leiders er tijdens de corona- en financiële crisis in om gezamenlijke oplossingen te vinden. Diezelfde leiders lukt het nu ook om, ondanks enkele dwarsliggers, een gezamenlijk solidair antwoord te formuleren op de Russische invasie in Oekraïne. Naast de ruimhartige opvang van Oekraïense vluchtelingen lukt het de EU om Rusland met stevige sancties aan te pakken, en om een gezamenlijke strategie te ontwikkelingen om Oekraïne militair te steunen.

Maar net als in eerdere crises is de Europese Unie ook genoodzaakt om als gevolg van de oorlog in Oekraïne te investeren in onderlinge solidariteit. Neem de afhankelijkheid van Russisch gas. Daar willen we vanaf, omdat we anders indirect Poetins oorlog financieren. Zuid-Europese landen zijn veel minder afhankelijk van Rusland voor hun energie dan Oost-Europese lidstaten. Europese solidariteit draait nu ook om de vraag of EU-lidstaten als Nederland bereid zijn om hun gasreserves eerlijk te verdelen als de Russische kraan dicht gaat.

Telkens gaat het om de vraag of rijkere landen bereid zijn een deel van hun welvaart in te leveren om Europa als geheel sterker te maken.

De oorlog in Oekraïne vormt dus een directe aanleiding om invulling te geven aan een stevige Europese sociale agenda om de ongelijkheid tussen landen te verkleinen. Maar de solidariteit binnen de Unie moet ook structureel worden bevorderd. Andere Europese crises hebben lidstaten al eerder herinnerd aan het feit dat ze naast de Europese baten ook de lasten gezamenlijk moeten dragen om het voortbestaan van het Europese project te garanderen. Of het nou de euro-, de migratie- of de coronacrisis is, telkens gaat het om de vraag of rijkere landen bereid zijn een deel van hun welvaart in te leveren om Europa als geheel sterker te maken.

Het Progressief Café organiseert op 27 juni een avond over Europa in Pakhuis de Zwijger. Denk en doe je mee?

Ongelijkheid bestrijden

Bij een sociaal Europa gaat het niet alleen over het bestrijden van ongelijkheid tussen lidstaten, maar ook over de ongelijkheid binnen de lidstaten. De Europese founding fathers waren al vroeg doordrongen van het belang hiervan. De Duits-Franse advocaat Robert Schuman, van 1948 tot 1952 minister van Buitenlandse Zaken in Frankrijk en architect van het Europese integratieproject, wees al op de noodzaak van ‘feitelijke solidariteit’ in Europa. ‘Voor hem betekende veiligheid uiteindelijk bescherming van het individu tegen de anonieme krachten van de staat, maar ook tegen de even anonieme krachten van de markt en de globalisering,’ schrijft historicus Mathieu Segers hierover in een essay voor Christen Democratische Verkenningen.

Burgers moeten voelen dat Europa hen beschermt. Tegen oorlogen, tegen de staat, maar ook tegen de excessen van globalisering en de vrije markt. Het is hierom dat solidariteit vanaf haar oprichting een belangrijke pijler vormde binnen de Europese verdragen.

De Europese Unie is erin geslaagd om Europese landen en burgers via de markt te verbinden, maar het idee van een ‘sociaal Europa’ blijft politiek een omstreden verschijnsel.

Maar ondanks het feit dat de solidariteitsgedachte vanaf het begin van het Europese project als noodzakelijk werd beschouwd, en ondanks het feit dat het in diverse verdragen werd verankerd, kreeg het idee van een ‘sociaal Europa’ nauwelijks handen en voeten. De Europese Unie is erin geslaagd om Europese landen en burgers via de markt te verbinden, maar het idee van een ‘sociaal Europa’ blijft politiek omstreden. Dat heeft vooral te maken met de prioriteit van politici: door een te nauwe focus op de economische integratie, heeft het idee van Europees burgerschap nauwelijks aandacht gekregen. Het gevolg is dat Europeanen elkaar vooral als consumenten en concurrenten zijn gaan zien, en niet als burgers met een gezamenlijk solidair verhaal.

Gebrek aan een gedeeld verhaal

Dit gebrek aan een gedeeld verhaal verklaart waarom EW Magazine en Dijsselbloem een karikatuur konden maken van Zuid-Europeanen. Toch hebben Europeanen niets aan onderlinge karikaturen. Europese samenwerking is van levensbelang om de grote uitdagingen van onze tijd te lijf te gaan. Europese burgers hebben daarom recht op een alternatief verhaal dat hen bewust maakt van het feit dat ze tot elkaar veroordeeld zijn om grensoverschrijdende vraagstukken aan te pakken. Een Europa-brede sociale agenda is hier een onlosmakelijk onderdeel van.

Elk Europees land heeft haar eigen samenleving met verscheidene groepen die zich met verschillende vormen van bestaansonzekerheid bezig houden. Deze groepen lijken langs elkaar te leven: de ene groep houdt zich bezig met het einde van de maand (financiële onzekerheid), de andere groep met het einde van de wereld (klimaatcrisis). Stevige sociale Europese kaders kunnen deze groepen zekerheid en een besef van gezamenlijkheid bieden. Denk daarbij aan een gecoördineerde inkomensafhankelijk Europese vlieg- en vleestaks om klimaatrechtvaardigheid te bevorderen. Denk daarbij ook een Europes minimumloon en regel- en wetgeving om menselijke koeriers (zoals maaltijdbezorgers) te beschermen en een sociale vangnet te garanderen.

Project van vreemden

Wie wil toewerken naar een nieuwe sociale agenda voor de Europese Unie hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden. Naast de genoemde Founding Fathers hebben hedendaagse Europese denkers en politici genoeg ideeën over hoe we concreet invulling kunnen geven aan Europese solidariteit. Denk daarbij aan eerdergenoemde Mathieu Segers en zijn collega’s, maar ook aan de huidige sociaaldemocratische premier van Portugal António Costa, onder wiens leiding Europese beleidsmakers vorig jaar samen met vakbonden en werkgeversorganisaties de Porto Social Commitment tekenden, een beleidsplan met heldere doelstellingen op het gebied van arbeidsparticipatie, onderwijs en armoedebestrijding.

Ook de media hebben een belangrijke rol als het gaat om Europese solidariteit. Wie de verschillen tussen Europese burgers accentueert en gemeenschappelijke problemen uit het oog verliest, moet ook de medeverantwoordelijkheid durven dragen voor het gebrek aan eensgezindheid bij de aanpak van grote crises en ongelijkheid binnen de Europese Unie.

Ook het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties moeten bouwen aan Europese solidariteit. Want het is in het belang van alle partijen dat de Europese Unie burgers beschermt bij grote crises en tegen de excessen van de vrije markt. Zonder die bescherming blijft de EU een project van vreemden die alleen maar produceren en consumeren.

Een nieuwe sociale agenda

Het is vanuit deze gedachte dat Progressief Café de komende maanden wil verkennen hoe Nederlandse beleidsmakers, bedrijven en maatschappelijke organisaties kunnen bijdragen aan een nieuwe sociale agenda voor de Europese Unie. In een serie artikelen en podcasts zullen we de komende weken diverse experts hierover aan het woord laten. Daarnaast organiseren we op 27 juni een bijeenkomst in samenwerking met de Mr. Hans van Mierlo Stichting. Tijdens dat evenement zullen we de ideeën van experts toepassen op de praktijk.

Zo hopen we de noodzaak van Europese solidariteit op de Nederlandse politieke agenda te krijgen. Daarnaast hopen we politieke partijen te inspireren om de invulling van Europese solidariteit op te nemen in hun programma. Opdat wij nooit meer in een situatie belanden waarin Europeanen een karikatuur van elkaar maken. Opdat we naar een toekomst toewerken waarin Europeanen de krachten bundelen om gedeelde vraagstukken aan te pakken. Opdat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen, ook binnen de Europese Unie.