Elke keer als tijdens een verkiezingsbijeenkomst zijn naam valt – en dat gebeurt in praktisch elke zin – lijken zijn volgelingen bevangen door haast religieuze adoratie. Het is alsof Hugo Chávez Frias nog steeds vanuit het presidentieel paleis in Miraflores zijn land bestuurt. Chávez is en blijft ‘de eeuwige commandant, die voortleeft in onze harten’, waarbij de spreker met duimen en wijsvingers een hart vormt voor zijn eigen borst. Een geste die uiteraard door tegenstanders spottend wordt gekopieerd.

Als Chávez’ opvolger Nicolás Maduro eindelijk wordt genoemd, is de reactie lauw. Criminaliteit, schaarste en inflatie hebben de huidige president impopulair gemaakt onder de Venezolanen, zelfs binnen zijn eigen partij. Maduro mist het charisma waarmee zijn voorganger erin slaagde vier presidentsverkiezingen op rij te winnen. Dus doet de PSUV (de Verenigde Socialistische Partij van Venezuela) alsof de parlementsverkiezingen op 6 december tussen Chávez en de...