‘Jarenlang was de enige lichaamsbeweging die ik kreeg het wisselen van mijn voeten over elkaar. Dat, en het draaien van sjekkies. Als ik langer dan twee uur achter de computer zat, klemde ik onbewust mijn tanden op elkaar – vooral bij race- of schietspelletjes. Als ik even pauze nam, merkte ik dat mijn kaakspieren vastzaten en mijn voortanden pijn deden. Ik sliep nauwelijks en kwam amper mijn kamer uit. Er gingen dagen voorbij dat ik mijn ouders niet sprak, terwijl we in hetzelfde huis woonden. We hadden een oude computer die een keer vastliep. Ik werd helemaal gek, pakte het ding op en flikkerde het in de container.

Ik was altijd al een spelletjespersoon – of het nou bordspellen waren, de oude Commodore of onlinespelletjes. Vanaf mijn twaalfde zat ik al heel vaak achter de pc, twee jaar later begon ik met pokeren. Ik was erg toegewijd, speelde veel toernooien online, vanwege het tijdsverschil soms midden in de nacht. Als mijn ouders naar bed gingen, was ik vaak nog...