Deze econoom ontrafelde het geheim van de superrijken

Zijn boek zou gaan over de oorzaken van inkomensongelijkheid, maar is ook te lezen als een handleiding voor wie stinkend rijk wil worden. De conclusie van Oxford-econoom Sam Wilkin: om superrijk te worden, hoef je niet briljant te zijn. Als je maar geen concurrentie hebt.

Wat hebben Bill Gates en Donald Trump gemeen? Ze hebben beiden, zij het elk op een andere manier, hun immense rijkdom grotendeels te danken aan hun vader. Dat stelt de Amerikaanse Oxford-econoom Sam Wilkin, schrijver van het boek Heel veel geld. Zo leerde Bill Gates van zíjn vader, die advocaat was, alle juridische weetjes over intellectueel eigendom. Met die kennis wist hij Microsoft om te bouwen tot een natuurlijke monopolie, onaantastbaar voor alle concurrentie. Donald Trump stak op zijn beurt van zíjn vader op hoe je op een gewiekste manier geld van een overheidsprogramma kan inzetten om er zelf stinkend rijk van te worden. Fred Trump wist bij de regering een subsidie van tien miljoen dollar los te peuteren voor het bouwen van huizen voor mensen met lage inkomens. Het lukte Trump senior de opdracht voor negen miljoen te klaren. De overgebleven miljoen dollar stak hij in eigen zak. Die truc herhaalde hij vele malen, met succes. Toen Donald in 1974 de leiding over het familiebedrijf kreeg – met inmiddels een waarde van zo’n tweehonderd miljoen dollar –, wilde hij dolgraag in de voetsporen van zijn vader treden. Maar helaas, een jaar later schafte de overheid de subsidie af. Vervolgens zette Trump het hele kapitaal in op de onroerendgoedmarkt van Manhattan. Een zeer risicovolle gok, die toevalligerwijs goed uitpakte. Met zijn actie had hij net zo goed het hele vermogen kunnen laten verdampen, zegt Wilkin. ‘De vraag is of je iemand die zulke extreme risico’s neemt, als president van Amerika zou willen.’ Met een veelbetekenende grijs: ‘Ik zou zeggen: nee, dank je.’

Zeven rijkdomsgeheimen

Gerelateerd