De frontsoldaten zijn tegenwoordig wijkagenten, burgemeesters en onderwijzers
Author
AuteurKo Colijn

Buitenlandse conflicten komen steeds vaker terecht op Nederlandse straten en scholen. Een ministerie van Importveiligheidsproblemen zou best van pas komen.

Begin 2015 kreeg ik een telefoontje van de politie Haaglanden. De leidinggevenden van het korps zaten met een probleem waar staatssecretaris Dekker (VVD, Onderwijs) vorige week pas achter leek te zijn gekomen: hoe was het mogelijk dat buitenlandse conflicten zomaar pardoes in Nederlandse straten en scholen terechtkwamen? De commissaris van het politiebureau in de Schilderswijk begreep het wel, maar wist zich geen raad met de oplossing. Op de avond dat zich een beslissende veldslag om de Syrische stad Kobane voltrok, had zich een menigte op de stoep van het politiebureau verzameld en dreigde een kopie van de strijd. De hele wereld had vanaf september 2014 maandenlang met spanning de ontwikkelingen daar gevolgd omdat IS de stad innam en honderdduizenden Koerden de grens met Turkije over vluchtten. De mannen en vrouwen van het politiekorps waren goed in wijkpatrouilles en huisbezoeken, maar daar hadden ze op dat moment weinig aan. ‘Ik was geen Bromsnor meer, maar moest ineens Ban Ki-moon of Staffan de Mistura zijn,’ was zijn bondige analyse, ‘ik had op dat moment de skills nodig om Turken en Koerden en Alevieten en nog tien andere groepen uit elkaar te houden om te voorkomen dat er een mini-Kobane werd uitgevochten.’

Gerelateerd