Van premier Sjaron mag Sjimon Peres voorlopig niet meer met Arafat praten, en de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken vindt dat heel vervelend. Want zijn gesprekken met de Palestijnse leider waren net weer goed op gang gekomen. Ze bellen elkaar veel. Peres legt dan uit dat het goed zou zijn als Arafat de terroristen aanpakt. En Arafat antwoordt dat hij zijn leven niet zeker is als hij dat advies opvolgt. Sinds het rapport-Mitchell en de interventie van CIA-directeur Tenet beweegt er weer wat in het Midden-Oosten, al gaat het langzaam. Veel te langzaam. Maar Peres, de man die bijna alle verkiezingen verloor maar toch voor elk kabinet onmisbaar is, heeft wel voor hetere vuren gestaan.

‘Begin jaren negentig had ik een droom,’ zegt Sjimon Peres alsof hij de reïncarnatie van Martin Luther King is. ‘Ik droomde van vrede tussen Israël en de Arabieren. Die droom is niet verdwenen. Ik ben nog elke dag bezig hem waar te maken.’

We hebben afgesproken op neutraal terrein: de...