Na de Iraanse revolutie

Het was een koude dag, 19 januari 1979, toen de sjah de vliegtuigtrap afdaalde, rechtstreeks in de armen van de Egyptische president Sadat. Er stonden verwaarloosde triomfbogen, ooit neergezet ter ere van Jimmy Carter. De banieren Welcom presdent Krater hingen er nog aan. De stoet reed er snel onderdoor, toegejuicht door loslopend volk dat best op de televisie wilde.

Zo begon een vernederende keizerlijke zwerftocht die pas in maart 1980 opnieuw in Egypte eindigde. De VS wilden hem niet toelaten: dat zou de moeizame pogingen relaties op te bouwen met het nieuwe Iran van de Khomeiny’s verstoren. De sjah gaf de hoop niet op en reisde door. Via het Marokko van zijn vriend koning Hassan II naar de Bahama’s. Daar mochten hij en zijn vrouw niet blijven. Het werd Mexico. Zijn alvleesklierkanker werd erger, zou hij zich in de VS mogen laten behandelen? President Carter stemde met grote tegenzin in en Khomeiny’s Iran eiste uitlevering. Carter weigerde, met de...