Het schrijven van een romancyclus geeft de schrijver ‘een vorstelijke positie’. Nog meer panorama’s, nóg meer zijwegen. Toch vormen al die delen, zeggen A.F.Th. van der Heijden en J.J. Voskuil over hun werk, één boek.

De mythe moet maar meteen ontkracht worden. J.J. Voskuil en A.F.Th. van der Heijden schreven met hun weelderige, vijf vuisten dikke romancycli Het bureau en De tandeloze tijd niet de Nederlandse romans fleuves van de late twintigste eeuw. Geen van beiden is een moderne Proust. Althans, dat vinden de twee schrijvers zelf.

‘Als we de term roman fleuve letterlijk nemen,’ zegt J.J. Voskuil in zijn huis aan de hoofdstedelijke Herengracht, ‘en de roman vergelijken met een rivier, dan is Het bureau meer een rivier dan A la recherche du temps perdu van Proust. Mijn boek is één rivier, die af en toe van naam verandert. Eerst heet die de Rijn, dan de Lek en dan de nieuwe Maas. Proust laat verschillende rivieren ontspringen, verandert steeds van thema. Die rivieren komen...