Vincent van Gogh

Nog dit jaar wordt de definitieve uitgave in zes delen van de Brieven van Vincent van Gogh verwacht. Om alvast in de stemming te komen, publiceert de Utrechtse kunsthistoricus Wouter van der Veen een prikkelende studie over het leesgedrag van de getourmenteerde schilder.

Van Gogh is een ‘literaire’ schilder, omdat er zoveel in zijn werk te ‘lezen’ valt en omdat hij tot de topvijf van Neerlands epistolair talent hoort (ex aequo met Multatuli, E. du Perron, Jan Hanlo en Willem Walraven), maar vooral ook omdat hij zich zo zichtbaar liet inspireren door wat hij las. We weten van eerdere studies dat in zijn correspondentie zo’n honderdvijftig auteurs en achthonderd boektitels genoemd worden. Van der Veen heeft de moeite genomen uit te zoeken hoe door Van Gogh geventileerde ideeën terug te voeren zijn op zijn lectuur. Gek genoeg heeft Jan Hulsker in zijn dubbelbiografie – uit 1985 – van Vincent en broer Theo hoegenaamd geen aandacht voor de talloze literaire...