Portret Hella S. Haasse

‘Als een bloemenmeisje zat zij achter haar boekenstalletje, een bloemenmeisje dat lieftallig en bescheiden haar ruikertjes aanbood aan voorbijgangers.’ Het was 1948. Schrijver en oud-diplomaat F. Springer was een gymnasiast van zestien, niet lang daarvoor uit Indië gekomen. In die jaren schreef de CPNB ter gelegenheid van de Boekenweek een prijsvraag uit onder schrijvers, en lezers mochten de naam van de winnaar raden. ‘Ik had Oeroeg gelezen, dat was ingestuurd onder het pseudoniem Soeka toelis, ik houd van schrijven, en had zonder aarzeling Hella S. Haasse als auteur aangewezen. Meer geluk dan wijsheid.’ Niet lang daarna was er Boekenmarkt in de Haagse Bijenkorf en F. Springer ging erheen om zijn ‘ontdekking’ in levenden lijve te zien.

Hij bespiedde haar van een afstand. ‘Zou ik haar durven aanspreken en onder verwijzing naar de eerste zin van haar novelle – ‘Oeroeg was mijn vriend’ – tegen haar zeggen: “En u bent mijn vriendin, mevrouw, al weet u dat zelf...