Hoe Edward Snowden en Glenn Greenwald, twee vervreemde, boze mannen, met de ene spectaculaire scoop na de andere kwamen.

Op een vroege ochtend in december 2012 opende Glenn Greenwald zijn laptop, keek even naar zijn e-mail en nam een beslissing die hem bijna het verhaal van zijn leven kostte.

Als columnist en blogger met een grote, trouwe aanhang krijgt Greenwald dagelijks honderden e-mails, vaak van lezers die beweren ‘iets groots’ te hebben. Soms blijken die beweringen geloofwaardig, meestal is het apekool. Ook lijken ze weleens veelbelovend, maar vergen ze serieus onderzoek. Dat kost tijd en Greenwald, die elke ochtend met berichten wordt overstroomd, komt al zoveel tijd tekort. ‘Mijn inbox is mijn vijand,’ zei hij laatst tegen me.

En zo kreeg Greenwald op 1 december 2012 een briefje van iemand die hem vroeg om de publieke sleutel van zijn PGP (Pretty Good Privacy, een van de encryptiemethodes op internet, red.), zodat hij hem veilig een e-mail kon sturen. Greenwald...