Er komt hoogstwaarschijnlijk een algemeen kraakverbod, en daardoor is de laatste paar weken de discussie over kraken weer behoorlijk opgelaaid: er was een demonstratie op het Plein in Den Haag, een protestmars in Utrecht, en in verscheidene kranten stonden interviews met voor- en tegenstanders van het kraakverbod.

Voorstanders van het verbod volgen meestal een simpele redenering: je mag niet inbreken of wonen in een huis dat niet van jou is. Punt uit. Vaak vallen dan ook nog woorden als ‘poten’, ‘andermans spullen’ en ‘afblijven’. De nuance is in zo’n betoog vaak ver te zoeken, maar op zichzelf is de overtuiging dat eigendomsrecht heel belangrijk is, een legitieme reden om kraken te willen verbieden.

De tegenstanders van het kraakverbod, onder wie natuurlijk de krakers zelf, zijn vaak al even stellig. Zij spreken van woningnood en van speculerende vastgoedboeven, en vaak ook van een ‘recht op wonen’. ‘We kraken niet omdat het mag, of omdat het een leuk gat is in de wet. We kraken...