05-07-2008
Door Piet Grijs

Tussen Leer en Esens ligt een schip dat met zijn naam de hele spellings­oorlog tussen de pannenkoeketers en de pannekoekvreters tot een vredig eind kan brengen. Tussen de twee masten van het schip is een brede plank gespijkerd waarop de naam van het schip is gebrandschilderd. De naam van het watervaartuig luidt: PANKOEKENSCHIP. De ideale oplossing voor de tachtigjarige oorlog tussen de pannen-schrijvers en de panne-liefhebbers: eet pankoek!

Alle zeventien protestantse kerken van de stad Leer hebben op hun voorgevels marmeren platen waarop in zuiver achttiende-eeuws Nederlands de dominees, geldschenkers en burgervaders genoemd worden die de bouw van die doopsgezinde of niet-doopsgezinde monumenten bevorderd hebben. In de kerken begroet men elkaar met de universele groet die je als fietser ook tegen elke boer of koe moet roepen: ‘Moj’. Ik dacht dat moj een flauwe Groningse studentengrap was, maar het is in heel Oost-Friesland niet zozeer de gewoonte...