De oorlog tegen Irak veranderde voortdurend van doel. Uiteindelijk bleef er één echte reden over: de Verenigde Staten willen de wereld een lesje inhameren.

‘Als je een hamer hebt, gaan alle problemen er als spijkers uitzien.’ Met die oneliner wordt steeds vaker de huidige Amerikaanse buitenlandse politiek verklaard. De oorlog in Irak, sneller gewonnen en met minder materieel en manschappen dan de eerste Golfoorlog uit 1991, heeft laten zien dat de Verenigde Staten zo’n hamer hebben. Een hamer waarmee ze problemen de kop inslaan, en ook – als het moet – het hout eromheen bewerken.

Veel waarnemers beoordelen de afrekening met Irak met een mix van ontzag en wantrouwen. Ontzag, vanwege de betrekkelijk gunstige effecten van de bliksemoverwinning. Wantrouwen, omdat ze nog altijd het motief voor de oorlog in twijfel trekken. Waar zijn de massavernietigingswapens? Helpt een roerig Irak de strijd tegen het terrorisme? Welke gevolgen heeft het opzijzetten van de Veiligheidsraad voor...