Oorlogsjournalistiek

Aan de rand van een frisgroene vlakte even buiten Kandahar verkoopt slager Juma Khan Gulalai het vlees van de geiten die dagelijks sterven in het mijnenveld. Over de explosieve grond komt een groepje kinderen aanrennen. ‘Going around, that would take longer,’ tekent verslaggever Dexter Filkins op uit de mond van een van hen. Het is slechts een van de rake schetsen uit The Forever War van New York Times-journalist en Pulitzerprijs-genomineerde Dexter Filkins (1961). Hij baseerde zijn boek op de 651 notitieboeken die hij volschreef toen hij tussen 1998 en 2006 de frontlinies van The War on Terror bezocht: Afghanistan, The Twin Towers en Irak.

In een caleidoscopische reeks trekken gebeurtenissen en mensen voorbij. Filkins spreekt politieke en militaire leiders, maar voor het merendeel gaan zijn verhalen over de kleine onbekende personen in het conflict. Piepjonge Amerikaanse soldaten in een vijandig land, gewonde jihadstrijders in Najaf die als helden worden...