Speech uitgesproken bij de herdenking van Joop van Tijn in het Concertgebouw in Amsterdam

Joop en ik leerden elkaar kennen door Bob Groen, die allang dood is, maar die ik er ook even bij trek, omdat je nu eenmaal niet alleen met elkaar leeft, maar ook voortleeft met elkaar.

Hij hoort in het beeld van begin jaren zestig toen het voor ons allemaal begon. Joop bij de Haagse Post, Bob Groen en ik bij het Handelsblad. En het ging tussen ons zoals zo vaak bij beginnende journalisten: je schrijft vooral voor een paar vrienden. Díé moeten het goed vinden. Je bent in zekere zin een toetssteen voor elkaar. Joop schreef meer dan ik. Hij was verslaggever en ik redacteur.

Een jaar of vijf hebben wij zo hetzelfde gedaan: waarnemen en beoordelen wat er in de maatschappij gebeurt. In de lijst van het schilderij staan en kijken naar wat zich afspeelt op het doek. Aan de productiezijde van het vak zag ik met ontzag en ook enige afgunst de snel toenemende ontwikkeling van Joop zijn talenten.