07-07-2007
Door Minka Nijhuis

Buiten dreigen ze te worden neergeschoten, binnen kan een bombardement hen fataal worden. Afghaanse gezinnen in de vuurlinie kunnen geen kant op. Hun verschrikkelijke verhalen lijken zich eindeloos te gaan herhalen. In wie moeten ze hun vertrouwen stellen?

Ondanks bomaanslagen en de aanblik van alle rambo’s die voor particuliere beveiligingsbedrijven werken, is het mogelijk in Kabul te vergeten dat het oorlog is. In grote delen van de miljoenenstad zijn armoede en verwaarlozing tastbaarder dan het geweld. In straten waar het verkeer bumper aan bumper staat, drukken vrouwen in boerka’s hun anonieme gezichten tegen je autoruit, hopend op een aalmoes. Sjofel geklede jochies, de haren dof van het vuil, leuren met kauwgum of bieden aan je schoenen te poetsen. ‘Me your bodyguard, yes?’ zegt een jongetje van drie turven hoog.

Kinderen spelen met opgetrokken broekspijpen in een open riool. Opgehoopte vuilnis verspreidt een zure stank en op veel wegen...