Schrijver-filosoof Alain de Botton kenschetst werk in Ode aan de arbeid als ideale bezigheidstherapie. Wie er hoger heil van verwacht, komt bedrogen uit. ‘Veel mensen blijven achter met de gedachte: waar ben ik het verkeerde pad in geslagen, wat is er mis met mij?’

Het is even schrikken. Alain de Botton (1969), de meester van de zelfhulp voor intellectuelen, heeft een boek geschreven waarin hij geen enkel advies hoe te leven kant en klaar opdient.

Tot nu toe beproefde de Britse schrijver van Zwitserse afkomst een vaste succesformule: herkenbare taferelen uit het dagelijkse leven van de minnende, reizende en werkende mens belichtte hij aan de hand van inzichten die hij ontleende aan de filosofische traditie. Zo bood Schopenhauer in De troost van de filosofie (2000) steun bij een gebroken hart en gaf Chamfort in Statusangst (2004) advies hoe ons te bevrijden van de vrees onder te doen voor de ander. De Botton serveerde zijn levenslessen met zoveel Britse humor en in een zo...