Met Allerzielen voor de deur bezocht ik Greyfriars in Edinburgh. Het is een van de mooiste begraafplaatsen in Europa, vooral na zonsondergang. De wind beukt er om de zerken, de poorten rammelen, en daarachter, boven de daken, zweeft het kasteel. In het donker schoof een schimmenstoet voorbij, aangevoerd door een gids met een zaklantaarn. De echte zielen doolden echter rond de kerk: mopperend, verward, in grijze rook gehuld. Toen ik langsliep, hoorde ik ze een biertje opentrekken. Ze zaten op een graf dat met tralies was afgesloten, niet tegen een vluchtige dode, maar tegen de grafschenders, die in vroeger eeuwen zo’n vers opgegraven lijk voor een grijpstuiver aan de wetenschap konden verpatsen. De dood was nog een kleine moeite waard.

En nu? Terug in de auto luisterde ik naar een interview met fantasyschrijver Terry Pratchett, die zijn dood tot in de puntjes heeft geregeld. Pratchett heeft geen zin om het verloop van zijn alzheimer af te wachten, maar zal voor euthanasie van...