Wanneer de fietser en de auto elkaar onverwacht treffen terwijl zij allebei in beweging zijn, verliest bijna altijd de fietser – in ieder geval gebeurde dat zo bij mij. Ik moet een heel acrobatische zwaai gemaakt hebben van de fiets naar de motorkap van de auto, tegen de voorruit, en daarna zoef nog wat meters door de lucht, maar daar weet ik niets meer van. De ambulance: idem. Wel de consternatie die zich kennelijk in je lichaam vastbijt, als niet-visuele herinnering. De schrik in de botten. De ervaring van een lichaam na zo en zo veel bloedverlies.

Zo kreeg ik dan mijn première: voor het eerst van mijn leven in het ziekenhuis als patiënt, een nacht, een morgen en een middag. Dat is belachelijk kort, en geroutineerde ziekenhuisliggers beginnen hier terecht te snuiven. Ook was ik niet bekend met de emotionele shock: een toestand van grote agitatie in je hoofd, waarbij je dingen ziet en hoort die er in werkelijkheid niet zijn. Een beetje fysiologisch moet die shock ook zijn...