Fidan Ekiz ging naar het consulaat om afstand te doen van haar Turkse nationaliteit. ‘Ik wil gewoon ergens een handtekening zetten en dat alles is geregeld.’

Een bezoek aan het Turkse consulaat staat bij Turkse Nederlanders bekend als een crime. Je bent een halve dag kwijt aan wachten, wachten en nog eens wachten. ‘Nummer 364!’ De vermoeide baliemedewerker vraagt me iets. Hij zit achter het glas. Ik kan hem nauwelijks verstaan. ‘Kunt u wat harder praten,’ vraag ik. Hij slaakt een diepe zucht en drukt op een knop. ‘Mevrouw, ik vroeg hoe ik u kan helpen.’

Zijn stem echoot door de bomvolle wachtkamer.

Omdat iedereen in de wachtkamer nu meeluistert, doe ik een poging om hard te fluisteren.

‘Eh, ik wil graag mijn Turkse paspoort inleveren.’

‘Is het verlopen, mevrouw?’

‘Ja, maar daar gaat het niet om.’

‘Dat maakt niet zoveel uit, hoor, als u maar een geldige kimlik (id-kaart) heeft.’

‘Nee, wacht, u begrijpt het niet. Ik wil afstand doen van mijn...