Literair criticus Jeroen Vullings bespreekt het boek van de week. Vandaag: ‘Yucca’, door Peter Terrin. Het boek begint briljant, maar door afwisselende perspectieven en personages zadelt Terrin de lezer verderop op met een kwaliteitsreliëf.

Yucca opent bedrieglijk helder, al is de inzet direct dreigend, geladen, in de kern (rationeel) onbegrijpelijk – vintage Peter Terrin. Een negenjarig meisje dat obsessief telt, dat haar angst om te sterven, haar vrees ziek te worden, in wijder verband dus de grote onafzienbare werkelijkheid, probeert te bezweren door bij wijze van houvast aan cijfers verborgen betekenissen toe te kennen, ‘tovert’ een clown tevoorschijn. ‘Een clown was precies wat ik nodig had, wat vrolijkheid in mijn leven.’ En ja, daar staat hij, in de regen, in het donker, op het voetpad aan de overkant van de straat, roerloos turend naar de voordeur van het huis. De scène eindigt ermee dat de clown oversteekt en dat het meisje wacht tot hij aanbelt. Foute boel.

Ik...