Zojuist voor het eerst van mijn leven 1-1-2 gebeld – toch een mijlpaal, al is het moeilijk te zeggen waar die voor staat. Uiteindelijk voor het geheim van de liefde, maar nu loop ik verschrikkelijk op de zaken vooruit.

Ik ben aan het schrijven, geconcentreerd, het lukt, en als de telefoon gaat (vaste telefoon, naast me) neem ik op terwijl ik er dus eigenlijk niet ben.

Mijn man, ik hoor meteen dat zijn stem geknepen klinkt, juist omdat hij probeert rustig over te komen. Dat krijg je na verloop van tijd: je leert de ander kennen in al z’n vermommingen, zonder dat je overigens ooit kunt vaststellen wat dan wel de ‘ware aard’ van die ander is.

Hij staat hier met z’n auto vast, vlak om de hoek, wil ik nú de politie bellen, bouwvakkers belemmeren hem de doorgang, bedreigen hem. Hangt daarna meteen op.

Eerst is er de onmiddellijke paniek, een heel lichamelijk gevoel, alsof er zich een zwerm bijen in je buik heeft genesteld. Dan de vraag: waarom moet ik de politie bellen? Hij heeft zelf...