De Turkse president Erdoğan vergelijkt tegenstanders met virussen en kankergezwellen. De geschiedenis leert wat voor consequenties zulke taal kan hebben.

Het waren dramatische woorden die de Turkse president Erdoğan op 17 juli in de mond nam. ‘We zullen doorgaan tot het virus uit alle staatsinstellingen is weggewassen, want dat virus heeft zich verspreid. Helaas heeft het de staat ingekapseld als een kankergezwel,’ hield hij op die dag in Istanboel de natie voor bij de begrafenis van een aantal slachtoffers van de couppoging van 15 juli, onder wie zijn campagnechef Erol Olçak en diens zoon. Voorwerp van zijn woede waren de putschisten, maar vooral de aanhangers van doodsvijand Fethullah Gülen.

Ondanks dat de Turkse leider zijn tranen niet kon bedwingen, ging het om veel meer dan een smakeloze maar onder de omstandigheden alleszins begrijpelijke emotionele uitbarsting. Want een paar dagen later en volledig van de emoties hersteld, deed hij er in een interview met...