Arrogantie, wantrouwen en een obsessie speelden de hoofdrol bij de val van Iraks tweede stad Mosoel, blijkt uit een aan Vrij Nederland uitgelekte getuigenis. Al maanden eerder was bekend dat IS een aanval beraamde, maar de Irakese premier koos ervoor alle aanwijzingen te negeren.

De vorige Iraakse premier Nouri al-Maliki was geobsedeerd door de mogelijkheid dat de gehate Baathpartij van de verdreven dictator Saddam Hoessein terug zou keren in Irak. Die grotendeels ongegronde obsessie maakte hem doof voor herhaalde en gefundeerde waarschuwingen dat Islamitische Staat (IS) het op de Iraakse miljoenenstad Mosoel had gemunt. Had hij geluisterd, dan was de val van de stad in juni 2014 voorkomen, evenals de daaropvolgende opmars van IS (plaatselijk Daesh genoemd), de verovering van Iraakse steden als Tikrit, Sinjar en Ramadi en de genocide die Daesh aanrichtte onder de yezidi-minderheid in Irak.

Het is deze maand twee jaar geleden dat Ahmed al-Zarkani, het hoofd van de...