Er valt nog veel werk te verrichten voor de partij Trots op Nederland, vooral in het vliegtuig van en naar Suriname.

Want hoe gaat het er daar aan toe: het vliegtuig stijgt op vanaf Schiphol, en na zo’n dikke negen uur vliegen zie je de Surinaamse kust opdoemen. Volgt nog een kwartier met veel broccoli onder je, en dan de vlakte van Zanderij, het nationale vliegveld. De passagiers bestaan uit een niet te verwaarlozen hoeveelheid Hollanders en nog veel meer Surinaamse Nederlanders. Raakt de kist de grond, dan stijgt er een daverend applaus op uit de stoelen. Ik was die ouderwetse, en ook wel aandoenlijke gewoonte helemaal vergeten.

En op de terugweg, wanneer al die mensen naar het land terugkeren waar ze wonen en rioolbelasting betalen en hun hypotheek aflossen, wat gebeurt er op Schiphol?

Niets. Een oorverdovende stilte. Niet één paar handen op elkaar. Verbijsterd kijkt iedereen naar buiten, het ongekende ijsland, waar, begrijpen wij, tijdens onze afwezigheid een coup heeft...