Toen Vladimir Nabokov in 1943 een onbekende vlinder ving schreef hij het gedicht On discovering a Butterfly. Hij kon zijn geluk niet op. Hij had wel eens eerder zo’n onbekende ‘rakker’ gevangen, althans waarvan hij dacht dat hij nog nooit beschreven was, maar dat bleek dan al snel wel het geval te zijn.

Vanaf zijn tiende, toen hij nog in Rusland woonde, was Nabokov erop uit om ooit een door hem ontdekte vlinder naar hem genoemd te krijgen. In het gedicht schrijft hij ‘I found it and I named it (…) and I want no other fame’. Nabokov zou zijn finest hour als lepidopterist twee jaar later echt beleven toen the grand old man of American lepidoptera James McDunnough de door hem gevonden vlinder de naam Eupithecia Nabokovi gaf.

Het is deze vlinder die de hoofdpersoon van de gelijknamige roman Pnin te zien krijgt, maar die hij niet kan benoemen: ‘Jammer dat Vladimir Vladimirovitsj er niet is’, zegt Pnins vriend Chateau, ‘die had ons alles kunnen vertellen over deze...