opnieuw relevant, want

Het is 5 mei, Bevrijdingsdag. In 2010 had toenmalig PvdA-lijsttrekker Job Cohen het idee om 5 mei uit te roepen tot betaalde vrije dag voor iedereen. Geen nieuw idee, schreef Max van Weezel toen, de discussie hierover is zo oud als het einde van de oorlog.

Goed plan van Job Cohen om 5 mei uit te roepen tot betaalde vrije dag voor iedereen. Flauw van de SP om de lijsttrekker van de PvdA meteen van plagiaat te beschuldigen. Het zou om een oud plan gaan dat in 2007 al eens door de volgelingen van de wizard uit Oss was bepleit. Een simplificatie, want ook de SP was niet de eerste die de vijfde mei tot nationale feestdag wilde uitroepen. De discussie daarover is al zo oud als de oorlog zelf.

Het kwam er alleen nooit van. Het koningshuis was bang dat een al te onstuimig gevierde bevrijdingsdag het zaklopen en koekhappen op 30 april oneerlijke concurrentie zou aandoen. De werkgevers verdachten de vakbonden ervan op een extra vrije dag uit te zijn die de arbeidsproductiviteit drukte. De politieke partijen – inclusief de PvdA – legden zich bij dat onvervalste staaltje van kruideniersmentaliteit neer.

Zo is het sinds 1945 gegaan. Niemand betwistte de reden waarom de geboorte en het sterven van Christus, de uitstorting van de Heilige Geest of de verjaardag van de regerende vorst in vrije dagen uitmondden. Bij de herdenking van de Duitse capitulatie lag dat een kwartslag anders. De eerste naoorlogse minister-president, Wim Schermerhorn, stelde de koningin al voor 5 mei tot nationale feestdag uit te roepen. Aldus werd besloten. Helaas: in 1946 kwam het christelijke volksdeel in opstand. De herdenking viel namelijk op een zondag en het werd als ongepast beschouwd dan een feestje te bouwen.

Het compromisvoorstel van Schermerhorn – we doen het voor één keer op zaterdag – viel in slechte aarde bij het bedrijfsleven. Nederland zat midden in de wederopbouw, op zaterdag werd nog gewerkt en een dag vrij zou het economisch herstel schaden, betoogden de voorgangers van Bernard Wientjes en Loek Hermans. De zuinige PvdA-minister van Sociale Zaken, Vadertje Drees, viel de werkgevers bij. Dus bleef het dat jaar bij een vrije zaterdagmiddag.

Verwacht werd dat de kwestie zichzelf zou oplossen. Het liep anders.

Vanaf 1948 was er een nieuw argument om het feestgedruis op Bevrijdingsdag te beperken: Wilhelmina werd opgevolgd door Juliana en die vierde haar verjaardag niet op 31 augustus, maar op 30 april. Vlak voor de meidagen. Drees – inmiddels minister-president – zag zijn kans schoon: voor de wederopbouw was het beter de herdenking van de bevrijding samen te laten vallen met Koninginnedag. Soberheid was nu eenmaal geboden. Wie toch behoefte had aan viering van de vijfde mei, kon dan op eigen kosten een snipperdag opnemen.

Dit keer kwamen schrijvers en dichters als Leo Vroman, Gerrit Kouwenaar en Harry Mulisch in het geweer. Eer betonen aan de doden van Buchenwald, Bergen-Belsen en Dachau was belangrijker dan een paar centen, schreven ze in een gezamenlijk manifest. Maar begin jaren vijftig was de verbeelding nog niet aan de macht gekomen. Het kabinet-Drees wilde het particuliere bedrijfsleven niet de wet voorschrijven dus werd van een jaarlijks gevierde bevrijdingsdag afgezien. Na rijp beraad werd besloten met een lustrumviering eens per vijf jaar te volstaan. Verwacht werd dat de kwestie zichzelf zou oplossen. De oorlog was inmiddels zo lang geleden!

Het liep anders. Nieuwe generaties bleken meer belangstelling voor de doden van Buchenwald en Bergen-Belsen te koesteren in plaats van minder. Door affaires als ‘de Drie van Breda’, ‘Aantjes’ en ‘Menten’ laaiden de hartstochten hoog op. In 1981 aanvaardde de Kamer een motie van PvdA’er Wim Meijer: 5 mei moest tot nationale feestdag worden geproclameerd. Het kabinet(-Van Agt/Wiegel) beloofde het overheidspersoneel voortaan elk jaar vrij te geven. Met het particuliere bedrijfsleven moest nog worden overlegd. Ter compensatie van de gederfde arbeidsuren kon wellicht één christelijke feestdag worden opgeofferd. Tweede Pinksterdag bijvoorbeeld. No way, reageerde het CDA: ‘Aan de christelijke feestdagen mag niet worden getornd.’

Bijna dertig jaar later duurt de impasse nog steeds voort. De Bevrijdingsfestivals in onder meer Amsterdam, Groningen en Utrecht trokken meer publiek dan in jaren. Honderdduizenden jongeren bezochten de optredens van ‘ambassadeurs van de vrijheid’ Guus Meeuwis en Junkie XL. Het festivalterrein De Weezenlanden in Zwolle liep zo vol dat de politie zich genoodzaakt zag in te grijpen.

Cohen wil van 5 mei een jaarlijkse vrije dag maken. Het CDA vindt dat eerst met de sociale partners moet worden overlegd: ‘Het is te gemakkelijk om de rekening bij de werkgevers te droppen.’ MKB-voorzitter Hermans reageerde zuinig: ‘Juist in deze tijd is het nodig economisch alle zeilen bij te zetten.’ Benieuwd of Cohens Nationale Vrijheidsdag er in 2050 al is.