Eind 2018 kwam Bram de vader van Florian tegen op straat. Daarvoor had hij hem wel eens zien lopen, maar hij was altijd op afstand gebleven. Ook de vader van Florian had hem steeds vluchtig gegroet, tot een gesprek was het nooit gekomen. Bram had nooit iets voorbereid, ook vandaag niet. Geen: ‘Sorry dat ik jullie zoon destijds in mijn neonazigroep heb meegesleurd.’ Of: ‘Sorry dat ik er nooit bij heb stilgestaan hoe moeilijk dit voor jullie is geweest.’

Maar toen midden op straat hun blikken elkaar kruisten, wist hij dat hij zijn gevoel eruit moest gooien – al was het maar om te bewijzen dat hij niet meer de Bram van vroeger was. ‘Ik heb het gevoel dat jullie me nog steeds met de nek aankijken en het label extreemrechts op me plakken. Speelt er nog iets, bewust of onbewust?’

Florians vader moest lachen op een manier die Bram meteen deed ontspannen. ‘Ik ben er al wel overheen gestapt,’ zei hij. ‘Maar mijn vrouw heeft er nog wel eens moeite mee.’

Dit is het...