Mensen die jagen zijn een beetje zoals mensen met een jacht: alles heeft opeens een andere naam. Een touw is een tros en een druppel is een stoep.

‘Bij de hoge vlucht wordt de vogel als aanwachter gevlogen. De hond gaat rivieren door het veld.’

‘Als de hond een fazant tegenkomt, dan maakt hij een punt en zet zo het wild vast. De huif wordt afgedaan en de vogel schroeft omhoog. Als de vogel genoeg hoogte heeft, dan geeft de valkenier een seintje. De hond flusht het wild, dat komt los en wil klimmen. De vogel valt in een stoep naar beneden en slaat het wild. Daarna probeert ze het wild gelijk weer te binden om met de valkentand de atlas van de draaier te scheiden.’

Komt-ie nog een keer, nu met vertaling voor simpele landrotten:

Bij de hoge vlucht wordt de vogel als aanwachter gevlogen… de slechtvalk vliegt tot wel vijfhonderd meter hoog los in de lucht en wacht daar tot het wild opvliegt – anders dan de ‘lage vlucht’, waarbij een havik vanaf de hand van de valkenier op...