Een paar jaar geleden bezocht ik een psychiater. Ik had er ruim een jaar psychotherapie op zitten: rommel uit het verleden verhinderde me om tegenslag en tegenwind in werk en privéleven het hoofd te bieden. Ik zat vast, had geen veerkracht, was mezelf niet meer.

De psychotherapie was helend en gaf me inzichten waardoor ik weer verder kon. Maar toch was ik nog niet mezelf. De inktzwarte dagen – waarin alles en iedereen pijn doet en je ontredderd de wereld zoals je die kent door je vingers voelt glippen – lagen achter me, maar te vaak domineerden de donkere wolken in mijn hoofd. Ik begreep het niet goed: ik had zoveel geleerd het afgelopen jaar – over mezelf, vooral. Waarom bleven die sombere stemmingen aanhouden? Razend kon ik ervan worden. In een van onze laatste gesprekken adviseerde mijn psychotherapeute bij een psychiater langs te gaan voor antidepressiva. ‘Gewoon, om je dat laatste zetje te geven.’

De psychiater adviseerde antidepressiva, maar ik stribbelde tegen:...