Fictie / Nathan Englander

Schrijven tegen de vergetelheid in. Na je dood blijven voortleven. Iets achterlaten dat over honderden jaren nog gelezen wordt. De allesvermalende tijd trotseren, die zelfs overwinnen. Dat is de klassieke schrijverswens, uitentreuren vastgelegd in vaak idealistische bewoordingen. Maar is dat vandaag genoeg om de angst voor vergetelheid te bezweren die de schrijver treft die – dwars tegen de tijdgeest in – ruim de tijd neemt voor zijn nieuwe boek?

In zijn verhaal ‘De lezer’ voert Nathan Englander (1970) een eens gevierd schrijver op (‘Auteur’ geheten) die een boektournee doet langs lege zaaltjes in de Verenigde Staten. Jaren heeft hij gewerkt aan zijn nieuwe boek, waar nu niemand op blijkt te wachten. ‘Hij houdt zijn blik naar de grond gericht om niet de Boeken van de Maand te hoeven zien, om te voorkomen dat zijn blik valt op de Lezerstips of de kortingsstickers naast de in goudreliëf aangebrachte onderscheidingen voor de schrijvers die hij ooit heeft...