Moderne ongemakken; Afl. 44: uitstelgedrag

In 1984 zat een kalende dertiger in een enorme kamer met klassiek meubilair op een typemachine te tikken. Het zweet stond op zijn voorhoofd. Tegenover hem zat een tien jaar oudere man van Indiase afkomst met weelderig donker haar en een ringbaardje. Hij keek de schrijver strak aan. Als een wolf. De schrijver was Douglas Adams, bekend van de The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy. De andere man was zijn uitgever, Sonny Mehta van Pan Books.

Een paar dagen ervoor had Adams via zijn agent laten weten dat hij de deadline van het derde deel uit de Hitchhikerreeks niet ging halen. Maar de pr-campagne draaide al en de boekhandels bestelden exemplaren. Mehta boekte daarom een suite in The Berkeley in Londen, waar hij zichzelf samen met Adams opsloot. De sleutel kwam pas weer tevoorschijn als het boek af was.

Het boek was er binnen twee weken.

Kangoeroefoetus

‘I love deadlines,’ zei Adams ooit, ‘I like the whooshing noise they make when they...