Op de redactie van Vrij Nederland hangt een geschilderd portret van verzetsman Anne Hendrik Kooistra. Op het eerste gezicht oogt hij streng, zoals mannen van de generatie van mijn grootvader zichzelf graag aan de wereld presenteerden. Gestoken in driedelig pak, de blonde haren keurig in model.

Pas als ik na een paar dagen in mijn nieuwe functie als hoofdredacteur wat beter naar het schilderij kijk, valt mij op hoe de das van Kooistra speels opbolt. Is het een uiting van jeugdige rebellie? Of heeft hij simpelweg niet de tijd genomen om zijn das fatsoenlijk recht te trekken? Het antwoord op deze vragen moet ik je vooralsnog schuldig blijven.

Eén voorzichtige conclusie durf ik nu wel te trekken. De jongeman smizet: hij lacht met zijn ogen.

Als student geschiedenis heb ik aan het begin van deze eeuw een halve boekenkast over de bezetting gelezen, maar met de gereformeerde onderwijzer Kooistra was ik tot voor kort niet bekend.

Verzetsblad Vrij Nederland moet nog worden opgericht wanneer Kooistra in de zomer van 1940 een pamflet verspreidt waarin hij landgenoten maant zich niet te laten verdelen door de politiek van haat van de nazi’s. Hij waarschuwt ‘dat de vijand een burgeroorlog zal trachten uit te lokken door het joodse bevolkingsdeel tot verzet te provoceren, en deze burgeroorlog dan zal beschouwen als motief om in te grijpen en het volk geheel van zijn onafhankelijkheid te beroven’.

De gevestigde kranten hebben de moed om onafhankelijk te berichten dan al verloren. Laat staan dat ze durven wat Kooistra doet. Hij ondertekent het pamflet met zijn eigen naam.

Wanneer vrijwel de voltallige redactie van Vrij Nederland een jaar later wordt gearresteerd, vraagt Kooistra aan zijn schooldirecteur Henk van Randwijk om hem te helpen om de volgende editie van de verzetskrant te maken. Van Randwijk geeft gehoor aan de oproep, maar Kooistra is afwezig bij de eerste grote redactievergadering onder zijn leiding. De verzetsman wordt op 1 september 1941 gearresteerd en bezwijkt een jaar later in een Duits concentratiekamp.

Kooistra is 22 jaar geworden.

De vergelijking tussen onze tijd en de jaren veertig van de vorige eeuw vraagt om voorzichtigheid. Ik voel bijvoorbeeld geen enkele schroom om dit voorwoord met mijn eigen naam te ondertekenen, om de simpele reden dat we nog altijd in een van de meest vrije en democratische landen ter wereld leven.

En toch ben ik er niet gerust op.

Waar leiders als Poetin en Orbán zich openlijk keren tegen het idee van de vrije samenleving, is de politieke eenmanszaak van hun Nederlandse bewonderaar Geert Wilders bij ons uitgegroeid tot de grootste partij. In Rusland zijn leden van de oppositie hun leven niet meer zeker. In Hongarije loopt de pers aan de leiband van het bewind. Nederland is nu het eerste land in West-Europa waarin extreem-rechts het initiatief heeft in de formatie van een nieuw kabinet.

Als hoofdredacteur van Vrij Nederland beschouw ik het als mijn verantwoordelijkheid om in de traditie van Kooistra en Van Randwijk te waken over de grenzen van onze vrijheid. Door pal te staan voor de progressieve en democratische waarden die ons sinds 1945 zoveel vrijheid hebben opgeleverd. In een tijd waarin deze vrijheden steeds meer onder druk staan, zal dit betekenen dat we tegen de stroom in moeten roeien. Het is helaas niet anders.

Nu de politiek van onverdraagzaamheid en haat terug is van weggeweest, is waakzaamheid geboden. Een volk dat voor tirannen zwicht, heeft tenslotte meer dan lijf en goed te verliezen.

VRIJ NEDERLAND VERNIEUWT!

De komende maanden gaan wij fors investeren in een nieuw digitaal platform en een uitbreiding van de redactie. Ook in ons vertrouwde papieren tijdschrift gaan wij ons weer veel nadrukkelijker richten op de oorspronkelijke missie van Vrij Nederland. Vanaf de zomer van 2024 zal het vernieuwde Vrij Nederland geleidelijk zichtbaar worden. Wij hopen dat u ons nu al steunt in onze missie. Dit kan middels een donatie, of het afsluiten van een abonnement.

Kijk hier voor meer informatie.