Boeken van filosofen over het bewustzijn zijn er al veel. Zo’n boek wilde hij daarom niet schrijven. ‘Maar een boek over mijn eigen ervaringen en gedachten en daarvan een aantrekkelijk verhaal maken, dat vertrouwde ik mezelf wel toe,’ zegt schrijver Tim Parks aan de telefoon vanuit Italië.

Net als in zijn bestseller Leer ons stil te zitten spelen in Out of My Head. On the Trail of Consciousness (2018) zijn eigen, nauwkeurig beschreven ervaringen een grote rol. Zijn queeste naar de aard van ons bewustzijn voert onder meer langs een natte sok, de plotselinge doofheid aan één oor van zijn partner Eleonora, een heetwaterapparaat in de ontbijtzaal van zijn hotel, de tekenfilm Inside Out, zijn midlifecrisis en meditatie-ervaringen. Het resultaat is een persoonlijk, boeiend en helder boek.

Centraal daarin staat de radicale theorie van zijn Milanese collega Riccardo Manzotti, hoogleraar robotologie, filosoof en psycholoog, zoals uiteengezet in diens boek The Spread Mind: Where and Why Experience and the World Are One (2017). Toen Parks Manzotti in 2009 hoorde spreken op een conferentie, werd hij gegrepen door diens ideeën. Jarenlang hadden ze bijna dagelijks contact en nog steeds zien ze elkaar wekelijks. Manzotti zet zich af tegen het zogeheten internalisme van de meeste filosofen en neurowetenschappers. Zij vatten bewustzijn op als iets dat in het brein zetelt. Volgens Manzotti zit het bewustzijn niet in het brein, maar in de wereld om ons heen. De hersenen faciliteren ervaring, maar slaan niets op.

Waarom besloot u een boek over het bewustzijn te schrijven?
‘Manzotti laat je diepgaand nadenken over onze ideeën over de aard van ons leven en wie we zijn als mens. Het kostte me weinig moeite me te realiseren dat de gangbare verklaringen van de werkelijkheid helemaal niet kloppen. Juist als schrijver besef ik goed dat veel verhalen die we hanteren gebaseerd zijn op allerlei onjuiste aannames. We zijn vaak meer vertrouwd met verhalen dan met het leven zelf. Dat is een risico als we de wereld willen zien zoals die is.’

Wat spreekt u zo aan in Manzotti’s theorie?
‘Manzotti wil niet provoceren, maar het maakt hem niet uit of de hele wereld denkt dat hij het mis heeft. Terwijl in de traditionele theorie het bewustzijn in het hoofd zit, zegt Riccardo: onze ervaring is de wereld die we waarnemen. Het kostte me veel tijd om echt te begrijpen wat hij bedoelde, maar inmiddels is het logisch voor mij. Hij zegt: het brein – of breder: het lichaam – maakt in contact met de wereld ervaring mogelijk. Maar deze ervaring zit niet in het brein maar daarbuiten en is één met de objecten die we zien, horen, ruiken of aanraken. Wij zijn deze ervaring, niet iets dat er los van staat. Dat betekent dat subject en object in de ervaring één zijn. Als je dat eenmaal als hypothese aanvaardt, leidt dat tot een totaal ander en minder vervreemdend idee van wie we zijn.’

‘Riccardo’s focus ligt op waarneming, ook omdat op dit vlak de claims van het internalisme vrij gemakkelijk weerlegd kunnen worden. Internalisten stellen dat onze ervaring opgesloten zit in onze hoofden en een onbetrouwbare weergave is van een totaal andere werkelijkheid buiten ons. Kleur, geur en geluid bestaan niet in de wereld, maar alleen in het brein. Dat betekent dat een aardbei alleen rood is in je hoofd. Volgens Riccardo is kleur iets van de buitenwereld dat we ervaren. Dat sluit veel beter aan bij onze intuïtie over de wereld.’

U schrijft dat wetenschap gebaseerd is op het idee van Plato dat de mens vastgeketend zit in een grot en schaduwen op de muur ziet, terwijl de realiteit buiten zijn blikveld en bereik is. Wat bevalt u niet aan dit beeld?
‘Volgens neurowetenschappers die uitgaan van het internalisme leven we in een illusie. Iemand als Elon Musk beweert zelfs dat we leven in een soort computersimulatie, een virtual reality. Dat is een Platoons idee. Als we onze waarneming niet kunnen vertrouwen, betekent dit dat we de autoriteit van wetenschappers nodig hebben om ons te vertellen hoe de realiteit “eigenlijk” is. Dat geeft wetenschap erg veel macht.’

Vreemd en verontrustend

Na het interview stuurt Parks een YouTube-filmpje dat dit illustreert. Een bekende wetenschapspresentator zegt daarin op de Italiaanse televisie: ‘Er is iets vreemds en verontrustends aan de relatie tussen de mens en de kosmos, dat nooit verteld wordt.’ In werkelijkheid is het universum namelijk donker en stil, zo verklaart hij. Tot de mens verscheen, want ons brein is in staat om elektromagnetische golven te transformeren tot licht. ‘Fantastisch dat hij dit zegt,’ appt Parks ‘Alsof de mens het centrum van alles is en alles betekenis geeft.’

‘Het is niet duidelijk waar we precies naar verwijzen als we het hebben over de geest.’

Waarom vindt u de paradigmawisseling waar Manzotti voor pleit zo belangrijk?
‘Omdat er sprake is van een grondige misvatting in onze aannames over de realiteit. We denken graag dat mensen in de Middeleeuwen onwetend waren, terwijl wij nu slim en ontwikkeld zijn. Maar ook nu is er een collectieve dwaling in ons denken: het dualisme is springlevend en uiterst hardnekkig. Het is echter niet duidelijk waar we precies naar verwijzen als we het hebben over de geest.’

‘Neurowetenschappers kunnen helemaal geen bewustzijn in het hoofd aanwijzen, alleen correlaten daarvan. Toch wekken ze de indruk dat het brein allesbepalend is. Zo las ik pas op de BBC-website dat een neurowetenschapper claimde te weten dat een gebroken hart veroorzaakt wordt door een bepaalde neurale verandering in het brein. Alsof de oorzaak ervan niet ligt in gebeurtenissen in onze persoonlijke ervaring. Waarom willen we onze identiteit ontlenen aan slechts één deel van ons lichaam? Het brein is helemaal niet zo interessant als we denken.’

De vrije wil

Tot 2015 nam Manzotti nog een tussenpositie in en zag hij het bewustzijn als een relatie, waarbij bewustzijn zowel in het lichaam van de waarnemer aanwezig is als in het waargenomen object. Pas daarna ontwikkelde hij zijn huidige radicale theorie en werd hij ‘externalist’. Parks en Manzotti schreven samen vijftien dialogen in de New York Review of Books. Iedere aflevering vroeg veel denkwerk en grondige voorbereiding.

Een van de moeilijkste afleveringen vond Parks die over de vrije wil. ‘Voor Riccardo is dat geen probleem, want dat is het pas als je jezelf wilt zien als een entiteit die losstaat van de wereld, met een individuele bestemming. Zijn punt is echter niet zozeer dat je gedetermineerd wordt door wat van buiten komt. Je bént wat van buiten komt, je bént de wereld. Je ervaart wel dat je inwendige subjectieve realiteit de controle heeft, maar dat is handig als verhaal om onze complexe ervaring te verklaren.’

‘Het is interessant hoe mensen die duizenden jaren geleden nadachten over het leven vaak al tot veel dezelfde conclusies kwamen.’

Bent u door het schrijven van dit boek anders gaan kijken naar wie we zijn als mens?
‘Niet echt, want ik dacht hier al veel langer over na. Op de conferentie waar ik Riccardo ontmoette, gaf ik een lezing over hoe identiteit een constructie is die we hanteren om interne coherentie te geven aan onze ervaringen. Riccardo’s idee dat je je ervaring van de wereld bent, maakt het leven minder mysterieus. Je snapt daardoor beter hoe het kan dat je, als je bijvoorbeeld kijkt naar oude foto’s van jezelf als kind, moet constateren dat je inmiddels een totaal ander persoon bent.’

‘We kunnen dingen om ons heen niet kennen zoals ze werkelijk zijn.’

‘Dat ik op mijn 64ste niet meer de jongen ben die met mijn vrouw trouwde op z’n 24ste, is omdat mijn ervaring van de wereld in de tussentijd is toegenomen. Dat heeft raakvlakken met het idee van een accumulatie van karma, al is dit verweven met allerlei kwesties rond moraal en met reïncarnatie. Het is interessant hoe mensen die duizenden jaren geleden nadachten over het leven vaak al tot veel dezelfde conclusies kwamen.’

Een struikelblok was voor u de vraag hoe het in Manzotti’s theorie zit met dromen en illusies. Hoe verklaart hij die?
‘Dromen, nabeelden en hallucinaties ziet hij als complexe, in de tijd vertraagde vormen van waarneming. Hij wijst erop dat je nooit droomt over dingen waarmee je niet al eens in aanraking bent gekomen in je directe waarneming. Net zoals objecten een tijd in een ondiepte in water kunnen blijven hangen, blijven ervaringen in je hoofd rondwarrelen. Ik heb daar de metafoor van een draaikolk van de geest voor bedacht.’

Hebt u de theorie van Manzotti inmiddels helemaal omarmd?
‘Zijn kernidee dat ik het moeilijkst te begrijpen vond – en eerlijk gezegd nog steeds vind – is dat hij zegt dat alle objecten relatief zijn. Dat betekent dat als je ergens wegloopt of je omdraait of je ogen sluit, niet alleen de ervaring verdwenen is, maar ook de aard van het object verandert. De manifestatie van een object kan alleen maar plaatsvinden in een relatie. Dus als je een object niet meer aanraakt, zijn de kwaliteiten die je voelde, zoals ruwheid, er niet meer.’

‘We hebben het idee van een absoluut object dat we kunnen meten, uit elkaar halen en 360 graden kunnen draaien. Tegelijk beseffen we dat als we niet onze menselijke waarnemingsvermogens hadden maar die van een vleermuis, hond of mug, het object voor ons andere eigenschappen zou hebben. We kunnen dingen om ons heen niet kennen zoals ze werkelijk zijn. Niemand is ooit “echt” daarbuiten geweest, zonder ons waarnemingssysteem. Als er al een absoluut object is, zou dat alleen kunnen bestaan in relatie tot God.’

‘Het obsessieve zie je overal in onze westerse cultuur. Die draait erg om competitie, zelfbevestiging en gebrek aan zelfwaardering.’

Je innerlijke oog

Voor een project in het Duitse Heidelberg over de vraag in hoeverre wetenschap de plaats van religie inneemt, sprak Parks in 2015 uitgebreid met filosoof Thomas Fuchs en neurowetenschappers Sabine Pauen en Hannah Monyer. Een van de raakvlakken die hij ziet tussen wetenschap en religie is de belofte van een betere toekomst. Religie belooft een hiernamaals, neurowetenschappers suggereren dat we misschien ooit onze geesten kunnen downloaden op een supercomputer, zodat we onsterfelijk worden. ‘De gedachte dat het brein leesbaar is, of zelfs up- of downloadbaar, is natuurlijk aantrekkelijk, maar het is een fantasie die voortkomt uit een verlangen naar leven na de dood.’

Voor Out of My Head dook Parks diep in (neuro)wetenschappelijke onderzoeken en bezocht hij een laboratorium waar bij muizen met elektrodes in hun brein hun reactie op geuren werd gemeten. Daarnaast las hij stapels boeken over het bewustzijn van filosofen als Hume, Kant, Daniel Dennett en Alva Noë. Belangrijker dan al deze literatuur en alle gesprekken en discussies vindt hij het echter om zich zo oprecht mogelijk te concentreren op zijn ervaring. Dat doet hij al ruim tien jaar tijdens zijn (bijna) dagelijkse meditatie.

In Leer ons stil te zitten begon u met mediteren om uit uw hoofd te komen. Uit de titel Out of My Head spreekt opnieuw dit verlangen. Ziet u ‘in je hoofd zitten’ als een wijdverbreid probleem in onze cultuur?
‘Ik ben opgegroeid in een omgeving die draaide om taal en obsessief denken. Mijn vader was predikant. Dat obsessieve zie je overal in onze westerse cultuur. Die draait erg om competitie, zelfbevestiging en gebrek aan zelfwaardering. We hebben een constante behoefte aan bevrediging. De mobiele telefoon is een meesterstuk in het inspelen op onze neiging tot dwangmatigheid en toont hoe geobsedeerd we zijn met contact en hoe sterk onze neiging is alles constant te willen controleren.’

‘Meditatie is beoefende discipline en betekent een totaal andere focus dan de westerse leefstijl. Je zit stil en laat gedachten simpelweg komen en gaan en richt je aandacht op je lichamelijke en onmiddellijke ervaring van je innerlijke oog. Allerlei dingen die eerst enorm belangrijk leken, verdwijnen daarmee naar de achtergrond. Voor mij was het een opluchting om met meditatie een techniek te leren waardoor ik merkte dat het helemaal niet noodzakelijk was mijn identiteit aan het denken te ontlenen.’

Sociale druk

Een andere belangrijke ervaring beschrijft Parks in Out of My Head in een mooi hoofdstuk over de periode dat hij depressief was doordat zijn huwelijk vastliep. Hij voelde een enorme sociale druk om zijn sombere gevoelens te beschouwen als ‘slechts een midlifecrisis’ en bij zijn vrouw te blijven. ‘De Britse wetenschapper Gregory Bateson zei vanuit de systeempsychologie dat we, om de samenleving te stabiliseren, elkaar ontmoedigen om dingen te doen die ontwrichtend zouden kunnen zijn. Er is een hele retoriek omheen, om niet te veel waarde te hechten aan je eigen ervaring. Dat werkt, want we zijn allemaal extreem gevoelig voor wat anderen zeggen, ongeacht onze intelligentie of ons opleidingsniveau.’

Op zijn nieuwe partner Eleonora, ruim dertig jaar jonger dan hij, reageerden veel mensen veroordelend. Parks is blij dat hij niet is gezwicht voor de sociale druk. ‘Mijn enige mogelijkheid om gelukkig te kunnen worden, was de dingen onder ogen te zien, te zien hoe ze werkelijk waren, ook al zei iedereen dat dit niet klopte.’

‘Wie in het brein kijkt om te zien wat daar gebeurt, ziet niets behalve miljarden neuronen die elektrische impulsen uitwisselen en chemische stoffen produceren.’

In Out of My Head spelen bespiegelingen over taal een belangrijke rol. Als schrijver was Parks hierin altijd al geïnteresseerd, vertelt hij. Zo vertaalde hij eerder het boek Ka van Roberto Calasso, over vedische en prevedische filosofie, dat grotendeels gaat over taal en de geest. Denken in woorden is volgens Manzotti aangeleerd gedrag, een herhaling van woorden die eindeloos tegen ons gezegd zijn als kinderen en die we vervolgens hebben geleerd zelf ook te gebruiken. Het is vergelijkbaar met een meme die rondgaat. ‘Ik moet zeggen dat ik als schrijver tijd nodig had om naar dit idee toe te groeien,’ zegt Parks. ‘Maar inmiddels vind ik het logisch dat woorden niet ergens in je hoofd zitten, net zomin als in de microchips van je computer.’

U schrijft dat neurowetenschappers veel suggestieve begrippen en metaforen gebruiken, maar dat die niet vrijblijvend zijn. Wat is hiervan het risico?
‘Je moet je afvragen waar metaforen naar verwijzen. Neurowetenschappers gebruiken termen als proces, coderen, opslaan en informatie. Ze zien het brein vaak als een computer met een harde schijf. Ze zeggen dan: hier worden beelden et cetera opgeslagen. Maar daarvan is in de hersenen niets te vinden. Wie in het brein kijkt om te zien wat daar gebeurt, ziet niets behalve miljarden neuronen die elektrische impulsen uitwisselen en chemische stoffen produceren. Niets in het gedrag van neuronen suggereert dat ze een wezenlijk andere relatie hebben tot bewustzijn dan andere lichaamscellen. Neurowetenschappers hebben het over neuronen die vuren of stil zijn, over groepen neuronen die oorlog voeren met elkaar, of over neuronen die de muis vertellen dat hij in de hoek zit.’

‘Maar dat is eigenlijk complete onzin, want blijkbaar zijn de neuronen en de muis dan niet hetzelfde ding. Dat is dualistisch. Taal is problematisch, omdat het onze waarnemingen grondig beïnvloedt.’

‘Technologie geeft ons de illusie dat we meer kennis hebben dan het geval is.’

Staan neurowetenschappers stil bij het effect van hun taalgebruik?
‘Nee, de neurowetenschappers die ik hiermee confronteerde, zeiden dat het “alleen maar metaforen” zijn en dat ze zich niet bezighouden met metafysica. Als ik dan vroeg: metaforen waarvan? raakten ze een beetje geïrriteerd. Het waren heel aardige mensen hoor, maar het probleem is dat als ze die retoriek kwijtraken, ze eigenlijk niet precies meer weten wat ze aan het doen zijn.’

‘Mij viel op hoe speculatief veel experimenten waren. Normaal onderzoek je iets op basis van een hypothese, maar dit leek meer op het exploreren van een nieuw continent en had een hoog “laten we eens zien wat er gebeurt als we dit doen”-gehalte. Het gebruik van computeranalyses verbloemt dit. Technologie geeft ons de illusie dat we meer kennis hebben dan het geval is. Het probleem in de westerse wereld – niet alleen in de neurowetenschappen – is de wijdverbreide aanwezigheid van en sterke focus op techniek, ten koste van epistemologie, ofwel kennisleer. Het is techniek zonder wijsheid. Je kunt alle breinfuncties ontrafelen zonder iemand ook maar enig idee te hebben gegeven van wat een mens is en wat het inhoudt om te leven.’

Waarom denkt u dat het idee dat bewustzijn in ons hoofd zit zo dominant is?
‘Dat hangt samen met onze enorme gehechtheid aan het idee dat we als mens speciaal zijn. Giacomo Leopardi, een Italiaanse dichter, schreef begin negentiende eeuw een prachtige dialoog over de zon die er genoeg van had om de aarde te draaien en daarom voorstelt om de rollen om te draaien en aan Copernicus vraagt de mensen te vertellen dat de aarde niet het centrum van het heelal is. Copernicus zei ook al: de mens leeft in ellende en het enige dat hem opvrolijkt, is het idee dat hij het centrum van het universum is. De wetenschap heeft die speciale status keer op keer afgebroken, zoals Darwin met zijn evolutieleer. Toch blijft onze blik op de wereld door en door antropocentrisch. Freud noemde dat het menselijk narcisme: onze sterke neiging onze geest te zien als iets dat boven de natuur staat en een speciale status heeft.’

‘De menselijke behoefte aan het collectief construeren van gesloten denksystemen die de realiteit ontkennen is enorm, denk maar aan religie.’

Beschouwt u Manzotti’s theorie in het licht van de klimaatverandering en ecologische crisis als extra relevant?
‘Daar gaat het ons niet om. Tegelijk is de milieusituatie zo slecht dat ieder idee dat een rol kan spelen om dit positief te beïnvloeden belangrijk is. Riccardo zegt dat objecten relatief zijn, niet absoluut, maar wel volkomen echt in hun betrekkelijkheid. We leven dus niet in een soort voortdurende hallucinatie. Als je accepteert dat de wereld om je heen echt is, maakt dat je respectvoller tegenover de wereld. En als we begrijpen dat wij datgene zijn wat om ons heen is, beseffen we ook dat we, als we de wereld om ons heen schaden, ook onszelf schaden.’

Een van de motto’s van uw boek is: ‘I am what is around me’ (Wallace Stevens, 1917). Zit er een spirituele dimensie aan The Spread Mind Theory?
‘Dat is zeker niet Riccardo’s bedoeling, maar hij weet dat zijn theorie veel raakvlakken heeft met aspecten van het boeddhisme. Volgens hem heeft ieder object z’n eigenschappen in relatie tot andere relatieve objecten: niets bestaat alleen op zichzelf. Die verbondenheid of “Oneness” vind ik mooi en lijkt op wat Samuel Beckett heeft geschreven in een beroemde brief, namelijk dat er geen verschil is tussen de innerlijke wereld en die daarbuiten.’

Verwacht u dat Manzotti’s theorie tot een paradigmawisseling zal leiden?
‘Uiteindelijk wel, maar het zal nog zeker tientallen jaren duren. Ook omdat de manier waarop taal geconstrueerd is een enorme verdediging vormt tegen zijn theorie. De taal die we gebruiken sluit aan bij een internalistische, cartesiaanse blik op de werkelijkheid. Tegelijk zie ik dat zijn invloed toeneemt. Een aantal jongere neurowetenschappers aan de Universiteit van Parma is fan van zijn stellingname. Riccardo is grappig en charismatisch, maar zijn theorie roept ook veel weerstand op.’

‘Ik was bij een lezing waar na afloop een vrouw opstond die geëmotioneerd riep dat hij alles probeert te vernietigen waar zij in gelooft. De menselijke behoefte aan het collectief construeren van gesloten denksystemen die de realiteit ontkennen is enorm, denk maar aan religie. Het fascinerende van neurowetenschappelijk onderzoek is dat het ook voorziet in deze behoefte. Het geeft weliswaar allerlei verklaringen door te zeggen welk deel van het brein waarvoor verantwoordelijk is, maar laat tegelijk het mysterie over de menselijke ervaring helemaal intact. Daarmee is het een prachtig compromis tussen het verlangen om modern en materialistisch te denken, maar tegelijk vast te houden aan het primitieve verlangen naar geestelijk bestaan.’

Tim Parks (Manchester 1954) groeide op in Londen en studeerde in Cambridge en Harvard. Hij verhuisde op z’n 25ste met zijn eerste vrouw naar Verona, Italië. Tegenwoordig woont hij in Milaan met vertaalster Eleonora Gallitelli.

Hij schrijft romans, novellen, essays en literaire kritieken en werkt als vertaler vanuit het Italiaans. Ook geeft hij sinds 1993 les in literatuur en vertaalstudies aan de IULM-universiteit van Milaan. Parks heeft drie volwassen kinderen.

In Nederland is hij vooral bekend van zijn bestseller Leer ons stil te zitten. Een scepticus op zoek naar gezondheid (2010). Andere bekende boeken: Europa (1997), Italiaanse manieren (2014), In Extremis (2017) en de essaybundels Waarom ik lees (2015) en De roman als overlevings­strategie (2017).

Op zaterdagavond 25 mei spreken Manzotti en Parks bij de opening van de G10 van de Economie & Filosofie in de Amsterdamse Zuiderkerk.